‘The Stewards of the Charitable Musical Society request the Favour of the Ladies not to come with Hoops this day to the Musick Hall in Fishamble Street. The Gentlemen are desired to come without their Swords.’
Het is 13 april 1742 en Dublin maakt zich op voor de première van een nieuw oratorium van Georg Friedrich Händel. De dag ervoor was de openbare generale repetitie een eclatant succes gebleken en door allemaal wat in te schuiven zou de Great Music Hall niet 600 maar 700 bezoekers kunnen ontvangen. Zonder de hoepelrokken van de dames en gevaarlijke zwaarden van de heren hoorde Dublin het nieuwe werk van Händel aan. En men was wild enthousiast. Er volgende nog verscheidene reprises van dit oratorium. De naam van dit nieuwe oratorium: Messiah.
Händel in … Dublin?
Maar wat deed Händel in Dublin? Na zijn opleiding in Duitsland en omzwervingen door Italië was Händel in Engeland terecht gekomen, waar hij in 1711 de Italiaanse opera introduceerde. Het Engelse publiek was onmiddellijk verkocht en smulde van Händels opera’s, jaar na jaar na jaar. Händel voelde zich thuis in Londen, en naturaliseerde zelfs tot Engelsman. Maar eind jaren ’20 raakte de rek er toch uit. Händel kreeg concurrentie van andere componisten en zijn eigen gezelschap ging aan financiële malheur ten onder. Händel was er echter de man niet naar om bij de pakken neer te gaan zitten. Waar zijn concurrent hoge ogen mee gooide, was een opera in de moerstaal, in het Engels dus. Händel bleef opera’s in het Italiaans schrijven, maar introduceerde tegelijkertijd ook iets nieuws: het oratorium in het Engels.
Van top naar flop
Händel had het genre van oratorium in zijn jeugdjaren in Italië leren kennen, maar had er lang niets mee gedaan. Nu, in de jaren ’30 greep hij met succes terug op het oratorium. Belangrijke succesfactor was dat het libretto in het Engels was. Daarnaast schreef Händel nog wel enkele Italiaanse opera’s, maar die kregen aanmerkelijk minder bijval. In het voorjaar van 1741 ging Händels laatste Italiaanse opera in première. Deze opera, Deidamia, flopte grandioos, net zoals zijn voorganger Imeneo.
‘Handel says he will do nothing next winter, but I hope I shalle perswade him to set another Scripture Collection I made for him and perform it for his own benefit in Passion Week. I hope he will layout his whole genius and skil upon it, that the composition may exell all his former compositions as the subject excels every other subject. The subject is Messiah.’
Aan het woord is Charles Jennens in een brief aan een vriend. Het is dan juli 1741. Jennens was een landeigenaar én mecenas voor de kunsten en muziek. Hij bewonderde Händel bijzonder en had al eerder oratorium-libretti voor hem geschreven. Jennens was niet alleen een mecenas, hij was vooral ook een ‘non-juror’. Zonder nu al te veel in details te willen treden, maak ik toch even een klein uitstapje naar het religieuze klimaat in het 18e-eeuwse Engeland.
Echtscheiding als inzet voor eigen staatsreligie
Al eeuwenlang was Engeland het toneel van religieuze onenigheid. Koningen kwamen en koningen gingen, en daarmee veranderde ook voortdurend de staatsreligie. Het begon al met koning Henry VIII die vanwege een conflict met de paus – de koning wilde af van zijn vrouw, omdat zij wel zes dochters met hem had gekregen maar geen enkele zoon die de babytijd overleefde; dat vond de paus geen legitiem argument voor scheiding – in 1534 brak met Rome. Het was het begin van de Anglicaanse kerk die – kort door de bocht – wel katholiek maar niet rooms was. Zijn dochter Mary was en bleef wel katholiek. Bij haar troonsbestijging in 1553 deed zij er alles aan Engeland weer katholiek te maken. Geen middel schuwde zij, waaraan zij haar bijnaam ‘Bloody Mary’ te danken heeft. Haar halfzus koningin Elizabeth was meer de protestantse zaak toegedaan en niet alleen om puur religieuze redenen. Als koningin van Engeland zag zij meer in allianties met andere protestantse mogendheden.
Koning James: to be or not to be
Een extra complicatie in deze religieuze warboel deed zich voor toen een eeuw later de inmiddels weer katholieke koning James II het land uit vluchtte en de Nederlandse Willem III het heft in handen nam. Wie was nu precies koning van Engeland en belangrijker voor ons nu: wie was er nu het hoofd van de Anglicaanse kerk? De koning van Engeland was namelijk ook het hoofd van de Anglicaanse kerk aan wie geestelijken trouw moesten beloven. Velen accepteerden de protestante Willem III niet als hoofd van de Anglicaanse kerk en zo ontstond een kleine maar wel invloedrijke geloofsgemeenschap van ‘non-jurors’ binnen de Anglicaanse kerk. Jennens behoorde tot die geloofsgemeenschap.
Jennens’ Messiah: het oratorium als campagne
Tegelijkertijd met al deze verwikkelingen had de Anglicaanse kerk ook te maken met de ideeën van de Verlichting. In Engeland waren het de Deïsten die de verlichtende ideeën over religie voor het voetlicht brachten: het godsbeeld diende niet af te hangen van een openbaring maar van rationele principes. De Bijbel was vooral een bron van schitterende poëzie en niet van goddelijke openbaring. Het geloof werd bij de Deïsten dus iets rationeels. Dat konden en lieten de Anglicaanse theologen niet op zich zitten. ‘Sinds de Godheid tot een voorwerp van wetenschap is gemaakt, is de plicht om het Christendom te verdedigen sterk toegenomen’, zo zei de Anglicaanse theoloog Sykes.
De discussie over hoe men de Bijbel moest lezen en interpreteren werd tot in alle lagen van de geletterde bevolking gevoerd. Ook Jennens was hier vrijwel dagelijks mee bezig. Eén van beste de manieren om die geletterde middenklasse te bereiken was, zo vond men, om ‘via de emotionele kracht van de muziek de godsdienstige leerstellingen over te brengen’. Ofwel: naar een oratorium te luisteren!
Händels Messiah
Dus Jennens’ libretto voor Messiah had een boodschap. Hij schreef het werk dan ook op eigen gezag, niet omdat hij door Händel ervoor gevraagd was. Maar na ontvangst ging Händel vrijwel direct met het libretto aan de slag. In drie weken tijd, van 22 augustus tot 14 september 1741 schreef hij alle muziek voor dit oratorium. Geen ongebruikelijke termijn voor Händel. Hij was gewoon om in de zomer tussen de theaterseizoenen door nieuwe werken te schrijven. En net zoals bijvoorbeeld Mozart of Rossini was hij in staat zich enorm te focussen en dan min of meer dag en nacht door te schrijven tot hij klaar was. Na het componeren van Messiah ging Händel na één weekje rust dan ook gezwind door met een volgend oratorium, Samson.
Het vreemde is echter dat Händel geen nieuw theaterseizoen organiseerde in Londen. Het lijkt wel of Händel de hele zomer heeft afgewacht wat er zou gaan gebeuren. En dan, na afronding van Samson, pakte hij plotseling zijn koffers en vertrok naar Dublin waar hij op 18 november arriveerde. De Duke of Devonshire in zijn functie van gouverneur van Ierland was dolgelukkig dat Händel gehoor had gegeven aan zijn uitnodiging. Deze beroemdheid zou het muzikale leven in Dublin een flink ‘boost’ geven.
‘Some mortification to me’
Minder blij was librettist Jennens. Begin december arriveerde hij vanaf zijn landgoed in Londen om hier het theaterseizoen bij te wonen en politiek te bedrijven. Zijn brief van 2 december 1741 aan een vriend was ronduit chagrijnig. ‘Not amused’, om het onderkoeld op zijn Engels te zeggen:
‘I heard with great pleasure at my arrival in Town that Handel had set het Oratorio of Messiah. But is was some mortification to me to hear that instead of performing it here he was gone into Ireland with it.’
Van ‘not amused’ tot ‘pissed off’
Er lijkt geen enkel contact te zijn geweest tussen Händel en Jennens in de maanden daaraan voorafgaand. En dat terwijl Jennens zich graag met de voortgang van ‘zijn’ oratoria mocht bemoeien. Hij had daar ook de capaciteiten voor, hij was zowel op poëtisch als op muzikaal gebied goed onderlegd. En nu zat Händel opeens in Dublin, met zijn libretto! Jennens bleef mokken, ook toen Händel een jaar later weer in Londen was. Nog voor Messiah zijn Londense première beleefde, had Jennens zijn oordeel al klaar.
‘His Messiah has disappointed me, being set in great hast, tho‘ he said he would be a year about it and make it the best of all his compositions.’ (januari 1742)
Jennens was blijkbaar niet op de hoogte van het feit dat Händel altijd zeer gefocust in een kort tijdbestek zijn werken componeerde. En dat Händel er niets aan wilde wijzigen, maakte hem nog bozer. De beledigingen aan het adres van Händel zal ik u besparen.
Händels bewerking: de muziek
Hoogste tijd om naar de muziek te gaan luisteren! Geheel in overeenstemming met de andere oratoria van Händel had Jennens weer een libretto gemaakt dat bestond uit drie delen, zodat bij uitvoering twee pauzes mogelijk waren. Elk deel is weer onderverdeeld in aparte delen, als ware het scènes. Maar verder week Messiah in bijna alle opzichten af van het oratorium dat Händel in de jaren voorafgaand aan Messiah had ontwikkeld.
Wie is de Messias?
In Messiah is geen sprake van een verhaallijn met een begin en een einde. Messiah is vooral een uiteenzetting van idee, van een abstract gegeven. Jennens had zorgvuldig al zijn teksten uit het Oude en het Nieuwe Testament gekozen met als resultaat een bloemlezing over de aankondiging, de geboorte en het lijden van de Messias. Met deze teksten werkte Jennens toe naar het enige statement dat hij wilde maken. En dat gebeurt, geheel volgens de regels van het debat, dan ook pas helemaal aan het einde van Messiah: de Messias uit het Oude Testament is Jezus Christus in het Nieuwe Testament.
Het muzikaal toonzetten van Jennens tekst moet een flinke uitdaging voor Händel zijn geweest. Want waar moest nu de spanningsboog vandaan komen, nu er geen ‘verhaal’ was, geen dramatische personages? In de meeste oratoria ‘gebeurt’ het verhaal tijdens de recitatieven, terwijl de aria’s en de koren als reflectiemomenten gelden. In Messiah fungeren de recitatieven vooral als opstapje naar aria’s, die op hun beurt weer culmineren in koren. Zo zijn de meeste scènes opgebouwd. Alleen in deel II is dit systeem losgelaten en heeft het koor absoluut de leidende rol. De spanningsboog is daarmee vooral een muzikale boog die in eerste instantie leidt van het deel I naar het einde van deel II met wellicht het beroemdste koor uit de klassieke muziek, Hallelujah.
Messiah opent met een Sinfonia. De eerste maten zijn ernstig, maar tegelijkertijd ook hoopvol en troostend. Het gepuncteerde ritme doet denken aan de Franse ouverture, bedoeld om de koning aan het begin van een opera-opvoering een waardige entree te geven. Hiernaar volgt een fuga, er is geen tijd te verliezen: het verhaal moet verteld worden.
Deel 1 handelt over de komst van een Messias. Dat is op zich goed nieuws, maar niet alle profeten uit het Oude Testament zijn alleen maar positief. De komst van de Messias zal de wereld doen schokken. De tweede ‘scène’ (The coming judgement), waarin dit uiteengezet wordt, geeft meteen een mooi voorbeeld van hoe Händel het geheel voortdurend opbouwt, van recitatief naar aria naar koor. In een recitatief met strijkersbegeleiding vertelt de bas hoe God eerst alles zal doen schudden:
Thus saith the Lord, the Lord of hosts:
Yet once a little while
and I will shake the heavens
and the earth, the sea and the dry land.
And I will shake all nations;
and the desire of all nations shall come.
The Lord, whom ye seek,
shall suddenly come to His temple,
even the messenger of the Covenant,
whom you delight in;
behold, He shall come,
saith the Lord of hosts.
Uiteraard vertoont Händel het woord ‘shake’ een heel levendig. Toonschildering is een belangrijk element in Messiah. Met het tekstboekje ernaast zal het geen probleem zijn de stijgende lijnen op een woord als ‘mountains’, de lage tonen op ‘low’ en hoge tonen op ‘high’ terug te horen.
In de daaropvolgende aria bezingt de bas of alt dit angstige vooruitzicht. Oorspronkelijk schreef Händel deze aria voor bas. Maar toen bleek dat castraat Guadagni beschikbaar was, herschreef Händel de aria. Bij elke heropvoering paste Händel de partituur aan naar de beschikbare musici. Dat betekent dat men nu bij opvoering van Messiah zelf een keuze moet maken welke versie men kiest.
Het afsluitende koor van deze scène (And he shall purify the sons of Levi) sluit naadloos aan bij de aria. De komst van de Messias vraagt veel van de mensen. Het reinigen krijgt bij Händel weer een heel levendige toonzetting: één lange coloratuur. Het reinigen zal zeer grondig zijn.
Less is more
Händel schreef voor een relatief bescheiden orkest van strijkers waaraan af en toe hobo’s worden toegevoegd om extra kleur te geven. Typisch voor Händel is dan ook dat hij op maar een paar momenten trompetten en pauken toevoegt, hetgeen het geheel dan extra luister geeft. De eerste keer dat we trompetten horen, zijn we al op tweederde van deel 1. Aan het einde van de scène over de geboorte van de Messias roept een grote engelenschare uit:
Glory to God in the highest,
and peace on earth,
goodwill towards men!
Opvallend is hoe Händel elke regel uit deze overbekende tekst anders vormgeeft. ‘Glory to God in the highest’ wordt door het gehele koor homofoon gezongen, met een gepuncteerd ritme net als in de Sinfonia. Het gaat hier immers weer om God. Daarna volgt in lange noten ‘and peace on earth’. De laatste zin ‘goodwill towards men!’ wordt fugatisch gezongen: de ene stem na de andere zet in als ware het een canon. Na de herhaling lost dit visioen van de engelenschare zich op: de strijkers spelen steeds zachter en minder.
Van offer tot overwinning
Deel 2 van Messiah eindigt groots, met een Hallelujah waarin Händel eindelijk het gehele orkest, met trompetten én pauken laat spelen. Dit slotkoor bezingt de almachtige God, ’the Lord God Omnipotent’. Volgens de legende zou koning George II in 1743 bij deze woorden zijn gaan staan, reden voor de Engelsen om nog altijd bij dit deel als een man op te staan. Maar deze overwinning is niet vanzelf gegaan. Hierover was het offer van Christus nodig. Zijn lijden, zijn kruisiging en wederopstanding en de aanvankelijke weerstand tegen het evangelie staat centraal in dit deel van de Messiah.
Verlaten en veracht
Het emotionele hoogtepunt in Messiah gaf Händel welbewust aan het lijden van Christus met de aria He was despised. Het is een ABA-aria, dat wil zeggen dat er twee muzikaal verschillende delen zijn waarbij het eerste deel nog eens herhaald wordt. Het A-gedeelte spreekt over een man die veracht en verlaten is en Händel maakt de eenzaamheid uiterst pijnlijk voelbaar.
He was despised and rejected of men
a man of sorrows
and acquainted with grief.
De alt zingt deze regels maar liefst drie keer, maar het orkest laat haar steeds meer in de steek. De laatste keer moet de alt de woorden ‘he was despised and rejected of men’ zelfs alleen zingen. Geen enkele begeleiding krijgt ze nog. Hoe eenzaam kan een mens zijn?
Het scherp contrasterende B-gedeelte laat de geseling voelbaar horen. Zelden zal haat van de ‘smiters’ zo scherp en meedogenloos getoonzet zijn.
He gave His back to the smiters,
and His cheeks
to them that plucked off the hair:
He hid not His face
from shame and spitting.
De muzikale verbeelding van leven en dood
Deel 3 is het kortste deel van Messiah. De wederopstanding van Christus waaraan in deel 2 al even was gerefereerd, komt hier uitgebreider aan bod en dan vooral ook in combinatie met de wederopstanding na het Laatste Oordeel.
De tegenstelling tussen leven en dood geeft Händel een even eenvoudige als veelzeggende vertolking in het koor Since by man came death. Tot twee maal toe krijgt de dood een a capella-koor op lang gedragen tonen en het leven een door het orkest begeleid snelle passage.
Since by man came death,
by man came also
the resurrection of the dead.
For as in Adam all die,
even so in Christ shall all be made alive.
De teksten in deel 3 zijn minder plastisch dan in deel 1 en 2. En waar Händel in die eerste twee delen veel aandacht had voor woordschildering, was daar in deel 3 minder gelegenheid toe. In deel 3 legde Händel zich veel meer toe op muzikale ontwikkeling van de aria’s en koorwerken. Zoals bijvoorbeeld de laatste aria, If God is for us dat men ook zou kunnen beschouwen als een triosonate voor sopraan, viool (de violen spelen hier unisono) en basso continuo.
Hetgeen gezegd moest worden, was namelijk al in het koor hiervoor gezegd, als de naam van Jezus samenvalt met de Messias. Want dat was de boodschap van Jennens. Dan past alleen nog een slotkoor met grandeur. In dit drieluik haalt Händel alles uit de kast om tot slot te eindigen met een overweldigende fuga op ‘Amen’.
For this be all your sins forgiven
Op 23 maart 1743 kreeg Messiah zijn Londense première. En wie van te voren de kranten had gelezen, wist het al. In Londen was men niet zo enthousiast als in Dublin. Er was al een controverse ontstaan over waar het stuk opgevoerd zou mogen worden, in het theater of in de kerk. De inhoud was te sacraal voor het theater, maar de vorm paste niet in een kerk. Bovendien viel men vooraf over de deelname van de wereldse zangeres-actrice Susanna Cibber. Diezelfde Cibber, verwikkeld in een scheiding waarvan de schandaalpers smulde, had in Dublin ook al de wenkbrauwen doen optillen. Volgens de legende echter zou haar vertolking van de aria ‘He was despised’ dominee Delany hebben doen uitroepen ‘Woman, for this be all you sins forgiven.’
In Londen had Händel iets langer de tijd nodig, maar binnen tien jaar had hij het pleit gewonnen en sindsdien heeft Messiah het repertoire niet meer verlaten. Over de boodschap van Jennens heeft niemand het meer. De ‘non-jurors’ zijn een voetnoot in de Britse geschiedenis geworden.