Vlaamse Opera Gent

(Gent, België)

Tegen het einde van de zestiende eeuw ontdekte Gent het operagenre. Het is een zekere weduwe Joanny die - tegen de wil van de Gentse bisschop - enkele opvoeringen organiseert. Met succes. In 1698 verbouwde men de manege de Pyckerye aan de Kouter tot theater. Dat theater brandde af en in 1737 kreeg Gent op dezelfde plaats een nieuwe schouwburg: de Sint-Sebastiaansschouwburg.


Rijke Gentse industriëlen willen begin 19de eeuw een nieuwe opera die past bij de uitstraling van Gent. De Sint-Sebastiaansschouwburg wordt afgebroken.
Stadsarchitect Louis Roelandt ontwerpt de nieuwe schouwburg en daarbij ook het nabijgelegen Justitiepaleis en de balzaal La Concorde op de Kouter. Op die manier vormde een hele wijk één architectonisch geheel.


Op 30 augustus 1840 opende het nieuwe opera haar deuren.
De decoraties zijn afkomstig van hetzelfde decoratelier dat in Antwerpen de Bourlaschouwburg decoreerde.
Van de feestzalen - de foyer, de Redoutezaal en de Lullyzaal - zijn samen 90 meter lang.
is Lullyzaal wellicht de meest spectaculaire van de drie pronksalons. Het koninginnenstuk is de majestueuze luster, een zogenaamde sac-à-perles.


De kroonluchter in de theaterzaal heeft een diameter van 3 meter, is 4.5 meter hoog en telt 84 lichtpunten.


Gedurende haar geschiedenis werd de Gentse opera grondig verbouwd. De laatste grote renovatie werd afgerond in 1993. Na zeven jaar restauratie werd in 2002 de gevel van de Gentse opera opnieuw onthuld.