Speranza Scappucci is sinds het seizoen 2017-2018 chefdirigent van de Opéra Royal de Wallonie. Ze is de eerste vrouw die deze belangrijke positie in Luik bekleedt. Haar optreden in Aida van Giuseppe Verdi in maart 2019 was een voltreffer.
Wie goed keek, zag Scappucci de bak betreden op comfortabele flatjes, en nadat ze het welkomstapplaus in ontvangst had genomen zette ze snel haar bril op, om de partituur goed te kunnen lezen. Bij het slotapplaus waren de flatjes vervangen door felrode pumps, was de bril verdwenen en maakte de rode bos krullen een verfrissende indruk. IJdelheid is geen enkele dirigent vreemd, man of vrouw!
Carrière
Scappucci is het punt waarop louter over haar vrouw-zijn als dirigent wordt gesproken, allang gepasseerd. Ze is een gevestigde naam geworden in een voorheen door louter mannen gedomineerd vak, dat van dirigent. Scappucci is van huis uit pianiste, maar had haar zinnen al vroeg op de dirigentenbok gezet. Ze werd assistent van haar landgenoot Riccardo Muti en sinds 2012 prijkt ze op de internationale muziekprogramma’s. In Nederland werd ze in 2016 uitgenodigd voor een concert in de NTR Zaterdagmatinee, waar ze een tamelijk rolbevestigend programma dirigeerde. En dat betekent: veel Mozart.
Voor haarzelf is Mozart echter een minder platgetreden pad dan voor de meeste programmeurs. Toen ze in Glasgow voor de Scottish Opera Don Giovanni mocht dirigeren, wist ze dat ze deze opera in haar mars had. Jarenlang had ze als vocal coach vele zangers door het werk heen geloodst. Toch kocht ze een nieuwe partituur en ging de opera te lijf alsof elke noot nieuw voor haar was. Dat had ze geleerd van Muti: al had hij een werk al 100 keer gedirigeerd, hij bleef er hard op studeren. Er kon altijd nog een detail boven tafel komen dat hem nooit eerder was opgevallen. Na Glasgow volgden meer operacontracten, bij belangrijke operahuizen. Zo dirigeerde ze bij de Opera van Los Angeles La bohème van Puccini. Ook bij de Wiener Staatsoper is ze een graag geziene gast. Ze dirigeerde hier La Cenerentola (Rossini), L’elisir d’amore (Donizetti) en eveneens wederom La bohème. Een eervolle opdracht viel haar te beurt toen ze in 2017 het operabal mocht dirigeren met de fameuze tenor Jonas Kaufmann aan haar zijde.
De suggestie van een symfonieorkest
Voor Scappucci is het vanzelfsprekend dat ze het dirigentenvak benadert vanuit het operarepertoire. Als pianiste belandde ze al snel in het vak van koorrepetitor; de operapianist die de repetities begeleidt en in zijn eentje de suggestie van een groot symfonieorkest moet wekken. Daarnaast is de koorrepetitor steun en toeverlaat voor veel zangers. Een goede koorrepetitor kan de spil van een operahuis of -productie zijn. Scappucci deed dit werk op het allerhoogste niveau: de operahuizen en muziekfestivals in Salzburg, Rome, Wenen, New York en Chicago waren regelmatige bestemmingen voor haar. Ze bereidde producties voor dirigenten Zubin Mehta en Daniele Gati voor. Zes zomers lang bivakkeerde ze in Glyndebourne. De sprong van pianist naar dirigent waagde Scappucci in Yale. Hier werd ze gevraagd om voor een conservatoriumproductie Cosi fan tutte te dirigeren. In een interview zegt ze: “Ik hoefde niet te twijfelen, ik snapte hoe muziek werkt, ik kon mijn armen optillen, dus kon ik ook dirigeren!”
Leiding in Luik
In Luik geeft Scappucci voor het eerst leiding aan een operahuis. Naast het dirigeren zal ze ook grote invloed hebben op het bepalen van de strategie van het operahuis. Welke titels komen op het repertoire? Met welke zangers wil het operahuis zich afficheren? Maar vooral: hoe bewaakt ze de kwaliteit van het koor en orkest, de muzikale ruggengraat van een operahuis. Dat die ruggengraat stevig en flexibel tegelijkertijd is, werd duidelijk in de uitvoering van Aida van Verdi. Speranza Scappucci dirigeerde uiterst energiek en enigszins streng. Ze nam de tempi aan de hoge kant en wist toch in de grote ensembles (Concertato in de tweede akte) de zaak goed in haar greep te houden. Als voormalig koorrepetitor kon ze de zangers perfect te ondersteunen, en bloeide de meeste hoofdrollen op gedurende de voorstelling. De sfeer tussen dirigent en orkest leek goed te zijn. Bij het slotapplaus bedankte ze (als een gevierd symfonisch dirigent) de verschillende orkestgroepen en zette zo ‘haar’ orkest vol in het (voorjaars) zonnetje!