Terug naar de vorige pagina

woensdag 8 april 2020

Sint-Petersburg dag III: de Hermitage en kamermuziek

Met Boris Godoenov van gisteravond nog in onze oren, steken we na het ontbijt de Paleisbrug over naar de Hermitage. De gebouwen, waaronder het lichtgroene Winterpaleis, tekenen zich helder af aan de overkant van het water, schijnbaar binnen handbereik. Het museum werd gesticht in 1764, toen Catharina de Grote een omvangrijke collectie schilderijen verwierf van Johann Ernst Gotzkowski, een rijke Berlijnse handelaar en oprichter van zijde- en porseleinfabrieken.

De Hermitage: een lange kade vol kunstschatten

De collectie van de Hermitage is tegenwoordig van een ongelofelijke breedte en omvat alles van antiquiteiten, koetsen, kostuums, wandtapijten en grafiek, tot eenentwintigste-eeuwse installaties van de in de Verenigde Staten woonachtige Russische conceptuele kunstenaar Ilja Kabakov. Die objectenrijkdom is verdeeld over verschillende gebouwen. Het hoofdcomplex aan de Neva alleen bestaat al uit zes paleizen, waarvan vijf – het Winterpaleis, de Kleine Hermitage, Oude Hermitage, Nieuwe Hermitage en het Hermitage Theater – publiekelijk toegankelijk zijn. En nog kan niet de gehele collectie getoond worden.

Een van de paleizen van de Hermitage, Sint-Petersburg
Een van de paleizen van de Hermitage, Sint-Petersburg

Met de bouw van het Winterpaleis werd begonnen in 1754. Het was een winterverblijf in barokke stijl dat Bartolomeo Francesco Rastrelli voor toenmalig tsarina Elisabeth Petrovna ontwierp. In 1762 greep Catherina Alexeyevna, née Princess Sophia-Augusta-Frederika von Anhalt Zerbst de macht van haar man tsaar Peter III. Met haar kroning tot keizerin werden de plannen aangepast naar Catharina’s moderne neoclassicistische smaak. Haar eerste aankopen zou ze onderbrengen in wat nu bekend staat als de Kleine Hermitage, het kleinere paleis dat ze in 1765-1766 naast het Winterpaleis liet bouwen.

Het begin: Hollandse en Vlaamse meesters

Met zoveel werken wordt het moeilijk kiezen waar te beginnen, maar een mooie start is de schilderijencollectie waar het allemaal mee begon. De collectie die Catharina verwierf van Gotzkowski, was eigenlijk bestemd voor Frederick II van Pruisen. Na de geldverslindende Zevenjarige Oorlog, moest Frederick van de aankoop afzien. De collectie bestond uit 225 werken van vooral Hollandse en Vlaamse meesters en was onevenwichtig van kwaliteit. Maar met bijvoorbeeld het Portret van een jonge man met een handschoen van Frans Hals vormde het een mooie start voor een verzameling die door Catharina spoedig werd aangevuld.

Portret van een jonge man met een handschoen (Frans Hals, Hermitage)
Portret van een jonge man met een handschoen (Frans Hals, Hermitage)

In de zomer van 1769 arriveerde de enorme collectie prenten, tekeningen en schilderijen van de connaisseur hertog Von Bruhl, waaronder de fenomenale Perseus en Andromeda van Rubens. De beroemdste verzameling die Catharina verwierf was de schilderijencollectie bijeengebracht door bankier en connaisseur Pierre Crozat. De onderhandelingen over de aankoop verliepen via filosoof Diderot en de collectie bevatte Italiaanse meesterwerken als de Danae van Titiaan en Judith van Giorgione, maar ook veel schilderijen van Franse zeventiende- en achttiende-eeuwse meesters als Nicolas Poussin, Antoine Watteau en Jean-Simeon Chardin.

Danae (Titiaan, Hermitage)
Danae (Titiaan, Hermitage)
Zelfportret van Jean-Baptist Chardin (Hermitage)
Zelfportret van Jean-Baptist Chardin (Hermitage)

Kunst kijken maakt hongerig

Kijken maakt hongerig en voor de lunch lopen we naar restaurant Abrikosov. Het is vernoemd naar naamgever Alexey Ivanovich Abrikosov, een Russian entrepreneur, industrieel en in 1906 stichter van de luxe zoetwarenwinkel A. I. Abrikosov & zonen. Restaurant Abrikosov serveert niet louter Russische gerechten, maar prominent op het menu vinden we wel als eerste kaviaar, geserveerd met blinis, ui en zure room. Heerlijk ongetwijfeld, maar misschien niet de beste optie om thuis in quarantaine nog eens uit te proberen.

Echt Russische broodpudding

Aangezien ik receptuur had beloofd om thuis mee aan de slag te gaan, wijken we liever uit naar een recept voor broodpudding op zijn Russisch. We hebben hiervoor nodig oud brood, appelen, suiker, kaneel, beschuit en vooruit, zure room, allemaal producten die u mogelijk wel in huis hebt. Daarom dit recept uit Jelena Molochovets, Een geschenk voor de jonge huisvrouw, het beroemdste Russische kookboek aller tijden dat sinds 1861 herdruk na herdruk zag. In Nederland verscheen het in 1995 in een uitstekende bewerking van culinair journalist Anne Scheepmaker, met mooie inleidingen en bruikbare receptuur.

Broodpudding met appel – Poeding iz boelki s sjablokami
Klop 5 eieren en meng er 1 ½ glas melk, 1 ½ glas verkruimeld oudbakken brood, ¾ glas zure room, kaneel en ½ glas suiker door; goed mengen. Besmeer een vorm met ½ lepel boter en strooi er de kruimels in van 2 à 4 beschuiten. Giet wat van het mengsel in de vorm en leg daarop een laag appels, in stukjes gesneden en bestrooid met suiker. Dan weer een laag deeg, een laag appels en bovenop deeg. Zet het bijna 1 ½ uur in de oven; keer de pudding om op een schaal.
(De inhoud van een glas staat gelijk aan 205 gram = 0,205 liter)

Terug in het hotel is er tijd om uit te rusten en we kleden ons om voor het concert vanavond in de Kleine zaal van de Philharmonia. We blijven nog even in klassieke sferen, want op het programma staan:
Mozart – Kwintet voor hoorn, viool, altviolen en cello
Beethoven – Septet voor strijkkwartet, klarinet, hoorn en fagot
Reicha – Kwintet voor hobo en strijkers

Hoe het Septet met Beethoven aan de haal ging

Beethoven zetten de eerste aanzetten voor het Septet in 1799 op papier en hij voltooide het werk een jaar later. Het werd voor de eerste maal opgevoerd tijdens een huisconcert bij prins Schwarzenberg, waarna het in première ging in het Weense Burgtheater op 2 april 1800. Het programma voor die gelegenheid omvatte een symfonie van Mozart, een aria en een duet uit Haydn Die Schöpfung, een improvisatie, een pianoconcert en een nieuwe symfonie van Beethoven zelf, en dit Septet, opgedragen aan keizerin Maria Theresia.

Het stuk bleek zeer goed aan te slaan bij het publiek en uit brieven van Beethoven aan zijn uitgever Hoffmeister weten we dat de componist ook zelf onmiddellijk was doordrongen van de commerciële potentie ervan. Binnen de kortste keren kwamen er diverse bewerkingen, onder meer voor piano, cello en viool dan wel klarinet voor zijn arts, Johann Adam Schmidt en een versie voor strijkkwintet van Beethoven zelf. Ook andere al dan niet door de componist geautoriseerde bewerkingen doken op.

Het stuk is opgewekt en optimistisch van sfeer. Ook al schreef Beethoven het in een periode van grote onzekerheid en ellende over zijn gehoorverlies, echo’s van de galante achttiende-eeuwse rococo klinken er duidelijk in door. Met de jaren zou het stuk de componist echter zozeer op de zenuwen werken dat hij een bewonderaar zou hebben toegesnauwd: ‘Het Septet werd geschreven door Mozart!’

Janine Jansen en vrienden voerden in 2011 het stuk uit op het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht. Een registratie ervan vindt u hier:

Septet van Beethoven, door Janine Jansen & Friends tijdens het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht in 2011

Een live opname van Mozarts Hoornkwintet met op hoorn Katy Woolley, sinds augustus 2019 aanvoerder van de hoorn van het Koninklijk Concertgebouw Orkest, vindt u hier:

Hoornkwintet van Mozart met Katy Woolley tijdens het Whittington International Chamber Music Festival (Shropshire UK) in 2016

Een registratie van het kwintet voor hobo en strijkers van Antonín Reicha, vindt u hier:

Hobokwintet van Reicha door het Kuboin Quartet en hoboist Dušan Foltýn

Lees hier het verslag van de vierde dag in Sint-Petersburg.

  • Zoek op gerelateerde categorieën:
  • Deel dit artikel met anderen:
Terug naar de vorige pagina

Over auteur Saskia Cohen

Saskia Cohen studeerde Kunstgeschiedenis. Zij werkt als docent Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en heeft een eigen bureau voor kunsthistorisch onderzoek, tekstproductie en tentoonstellingen. Tijdens haar studie raakte zij verslingerd aan opera- en concertbezoek, en sinds tien jaar is zij lid van Toonkunstkoor Amsterdam en volgt zij zanglessen.

Alle artikelen van deze auteur