(Dresden, Duitsland)

De Semperoper in Dresden dankt zijn naam aan zijn geestelijk vader, de architect Gottfried Semper. In 1838 begon Semper met de bouw van de eerste Koninklijke Staatsopera. Het gebouw werd in april 1841 feestelijk ingewijd met Goethes toneelstuk Torquato Tasso en de Jubelouverture van Carl Maria von Weber. Wagner beleefde hier zijn eerste triomfen.

Na een brand in 1869 werd binnen zes weken een houten noodgebouw opgericht dat nog jarenlang dienst zou doen.

De bouw van de tweede Koninklijke Staatsopera kwam in handen van Manfred Semper, zoon van Gottfried. Ook bij de opening van dit theater klonk Webers Jubelouverture. Nu in combinatie met het toneelstuk Ihpigenie auf Tauris van Goethe.

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd de Semperoper compleet verwoest. Na de oorlog werden al vrij snel de buitenmuren weer opgetrokken. Over de inrichting kon men het lange tijd niet eens worden. Pas in de jaren '70 besloot men tot reconstructie van het oorspronkelijke gebouw. Met Der Freischütz van Carl Maria von Weber werd het gebouw in 1985 heropend.

Een overstroming in de zomer van 2002 deed eerst het ergste vermoeden, maar dankzij het doorzettingsvermogen van de brandweer die maar water bleef wegpompen, bleef de Semper een totale ramp bespaard en was de schade uiteindelijk te overzien.