(Parijs, Frankrijk)
Eind jaren ’60 opperden componist Pierre Boulez, choreograaf Maurice Béjart en regisseur Jean Vilar dat het tijd werd in Parijs een nieuw operagebouw neer te zetten, als vervanging van de Opéra Garnier. In de jaren tachtig pikte de toenmalige president Mitterand het idee op en schreef een prijsvraag uit voor een nieuw gebouw. Als locatie werd het voormalige station Gare de la Bastille gekozen. Het operahuis was niet op tijd voltooid om een operavoorstelling te kunnen geven, ter herdenking van de bestorming van de Bastille en het begin van Franse Revolutie, in 1789. Daarom werd er tijdens de opening op 13 juli 1989 alleen een galaconcert gegeven. De eerste operavoorstelling was Les Troyens van Berlioz in maart 1990.
Winnaar van de prijsvraag voor het nieuwe operahuis was de tot dan toe onbekende Canadees-Uruguayaanse architect Carlos Ott. Hij ontwierp een gebouw dat gekenmerkt wordt door de transparantie van de gevels en het gebruik van glas, staal en graniet voor zowel binnen als buiten. Opvallend is de entree die als een toneellijst in het straatbeeld siert.