(Valletta, Malta)

In 1731 liet grootmeester Fra António Manoel de Vilhena een theater bouwen. Enerzijds om zijn eigen ridders in toom te houden, anderzijds om de burgers van Valletta tegemoet te komen aan hun wens naar theater. Het motto van het theater - dat nog steeds boven de entree te lezen is - luidt dan ook: "ad honestam populi oblectationem" (voor een deugdzaam vermaak van het volk).
De ridders van de Johannieterorde nemen een belangrijke plaats in in de geschiedenis van Malta. Zij bestuurden het eiland van het jaar 1530 tot het jaar 1798. De missie van de ridders was: 'het dienen van de armen en het verdedigen van het katholieke geloof'.
Het theater opende op 19 januari 1732 zijn deuren met Merope, een klassieke Italiaanse tragedie van Scipione Maffei. De ridders van de Johannieterorde voerden het stuk uit. Ook het decor was van de hand van een architect uit de Johannieterorde: Francois Mondion. Het management en de censuur berustte eveneens bij de ridders die daarvoor de functie van "Il Protettore" in het leven hadden geroepen.

Het theater werd ook een belangrijk podium voor operavoorstellingen. Vooral het werk van Johann Adolf Hasse was erg populair in de beginjaren. Zijn opera's werden zeer regelmatig op de planken gebracht, in afwisseling met opera buffa van Piccini, Galuppi en Cimarosa.

Het theater voldeed na verloop van tijd niet meer aan de normen van de tijd en raakte in verval. Het werd onder meer gebruikt als opvanghuis en raakte uiteindelijk in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd. Men heeft het theater echter gerestaureerd en in de oorspronkelijke staat terug gebracht. Sinds 1960 vervult het eeuwenoude theater weer zijn oorspronkelijke functie.