(Antwerpen, België)
In Antwerpen worden er al opera's opgevoerd sinds 1660, eerst in het Spaansche Pant aan de Grote Markt en later in het Tapissierspand op de plek waar nog later de Bourlaschouwburg zou komen. In 1834 gaat de Bourlaschouwburg open als Théâtre Royal. Er wordt enkel Frans repertoire opgevoerd. Sommige senioren spreken vandaag nog altijd van de 'Franse opera' als ze het over de Bourlaschouwburg hebben.
Onder impuls van onder andere componist Peter Benoit beslist Antwerpen in 1899 dat er een Vlaamse Opera komt als tegenhanger voor de Bourlaschouwburg. Eén van de ideeën was om een opera in het Stadspark te bouwen, maar dat stuitte op veel protest. Gevreesd werd dat het park haar karakter zou verliezen.
Uiteindelijk werd gekozen voor de toenmalige Kunstlei (de huidige Frankrijklei) op de plek waar daarvoor de overdekte Hallen en Markten (de Criée) stond. Die waren verhuist naar de Van Wesenbekestraat. De bouw startte in 1904 en duurde drie jaar. Op 18 oktober 1907 werd de Vlaamse Opera in Antwerpen feestelijk geopend. Het neobarok gebouw gedecoreerd in Lodewijk XVI-stijl was meteen geliefd bij het publiek. Al het publiek, rijk en minder rijk, kwam binnen in de hal wat toen een zeer democratisch idee was. Wie het geld had, wandelde rechtdoor de statige trappen op naar de parterre of het eerste balkon. Wie op de hogere, goedkopere balkons zat, moest er met een aparte trap naartoe.
De zaal telt vandaag 1081 zitplaatsen. De plafondschildering stelt Rythmus voor en toont een mannenfiguur omringd door 9 vrouwelijke muze. Bij de opening was de opera technisch gezien zeer modern omdat het volop gebruik maakte van het nieuwe elektrische licht. De opening van het toneel meet 11.90 meter in de breedte. De toneeltoren is 23 meter hoog.
In 2004 sloot de opera voor het eerst voor een grondige renovatie. Die zou drie jaar duren. De techniek werd gemoderniseerd, het podium kreeg een zijtoneel en er kwam een nieuwbouw voor kantoren en werkruimtes.