(01 april 1866 - 27 juli 1924)
De naam Feruccio Busoni associeert men meestal met zijn talrijke pianobewerkingen van de muziek van Johann Sebastian Bach. Busoni was een Italiaans componist en virtuoos pianist. Hij werd geboren in 1866 in Empoli bij Firenze. Zijn vader was een Italiaanse klarinettist, zijn moeder een pianiste van Duitse afkomst. Zijn leven lang heeft Busoni geprobeerd om een synthese te vinden tussen zijn Italiaanse en Duitse achtergrond: tussen sensualiteit en logica, passie en intellect, lyriek en architectuur. Al lijkt de Duitse component in zijn persoonlijkheid en muziek meestal de bovenhand te hebben gehaald. In een van zijn beroemd geworden essays Entwurf einer neuen Ästhetik der Tonkunst (1906) stelde Busoni Bach, Beethoven en Wagner ook voorop als niet te evenaren voorbeelden.
Busoni begon zijn opleiding als pianist in Triëste, maar trok al vroeg naar Wenen, Graz, Leipzig (in 1886, op aanraden van Johannes Brahms), en in 1894 naar Berlijn, waar hij tot aan zijn dood in 1924 verbleef - enkele omzwervingen naar Helsinki (waar hij les gaf aan onder meer Sibelius), Moskou en Zürich (tijdens de Eerste Wereldoorlog) uitgezonderd. Busoni zag zichzelf in de eerste plaats als pianovirtuoos en erfgenaam van Franz Liszt. Het overgrote deel van zijn oeuvre is dan ook voor zijn eigen instrument bestemd. Maar vanaf 1900 ging hij zich als componist meer en meer toeleggen op orkestwerken en opera (met als magnum opus de opera Doktor Faust, 1916-1924).
Zowel als pianist en als componist eiste Busoni veel van zijn luisteraars. De Duitse muziekcriticus Paul Bekker schreef over hem: "Hij vloog waarbij hij degenen die alleen kunnen lopen of rijden, achter zich liet."