(25 juni 1860 - 18 februari 1956)
Als zoon van een arme bakker kon Charpentier alleen met ondersteuning van de gemeente muziekstudies volgen. Aan het Parijse conservatorium studeerde hij onder anderen bij Jules Massenet. Zijn carrière begon hij met orkestwerken. In 1887 won hij de Prijs van Rome. Zijn grootste succes werd zijn opera Louise (1900). Het vervolg hierop, Julien (1913), kon dit succes niet evenaren. Na deze opera's componeerde hij nog maar weinig. Hij ging zich met liefdadigheid bezig houden. In dat verband richtte hij het volksconservatorium Mimi Pinson op, een monument voor de heldin van de roman Scènes de la bohème van Henri Murger, de heldin in de opera's van Giacomo Puccini en Ruggiero Leoncavallo.