Giuseppe Maria Foppa (librettist)

12-8-1760 tot 1845

Het kan verkeren. In 1797 werd Foppa, auteur van talrijke novellen, gedichten, toneelstukken, nog afgedaan als een derderangs toneelschrijver. Nog geen twee jaar later was hij met Romilda "briljant".

Foppa kwam uit een familie waarin het muziekmaken een belangrijke plaats innam. Hij groeide op met een keur aan Venetiaanse componisten in zijn kennissenkring. Hij zou voor velen van hen werken. Aan het eind van zijn leven had Foppa zo'n 100 libretti geschreven.

Met merendeel van Foppa's libretti waren komisch. Vooral de farse - een typisch Venetiaanse eenacter, heel populair tussen 1790 en 1815 - was een genre dat hem goed lag.

Foppa hield ervan voor ensembles te schrijven. Zijn actes begonnen vaak met een klein ensemble en eindigden steevast met een groot ensemble.
In zijn komische libretti laat Foppa een ongekend groot aantal verschillende personages optreden. Soms zijn het de standaard types, zoals de luie bediende en de dorpsgek. Soms kwam hij met onverwachte eigenschappen zoals de baron die niet tegen geluid kon.
Visuele grappen, pantomime en magische scènes maken een vast onderdeel uit van Foppa's libretti.

Foppa schreef ook wel serieuze werken. Maar in dit genre was hij - zeker in zijn beginjaren - veel conservatiever.

Titels van deze librettist: