(27 oktober 1703 - 28 oktober 1771)
Johann Gottlieb Graun werd op 28 oktober 1703 in Wahrenbrück geboren. Hij stamde niet uit een muzikale familie. Zijn vader werkte bij de belasting, maar Johann Gottlieb besloot evenals zijn broer Carl Heinrich zijn leven te wijden aan de muziek. Hij werd als violist opgeleid door de Italiaan Giuseppe Tartini. Hierdoor zijn in de composities van Graun ook duidelijk Italiaanse kenmerken hoorbaar.
Het hoogtepunt uit de carrière van Johann Gottlieb Graun was de tijd die hij aan het hof van Frederik de Grote in Pruisen doorbracht. Hij maakte deel uit van de groep excellente musici die de prins naar zich toe trok. Hij werkte mee aan een uitgebreide catalogus met muziek voor fluit. Frederik de Grote was immers zelf een goed fluitist.
Tot zijn dood in 1771 bekleedde Graun de functie van concertmeester van het hoforkest van Pruisen: zo had hij dertig jaar lang een belangrijke positie bij één van de beste orkesten van zijn tijd.
Johann Gorrlieb Graun werd het meest bekend als violist en componist van instrumentale muziek. Hij was de vioolleraar van Wilhelm Friedemann Bach, de oudste zoon van Johann Sebastian.