(15 juni 1843 - 04 september 1907)
Gesine Judith Grieg, geboren Hagerup, is de moeder van Edvard Grieg. Haar vader zorgt ervoor dat zij een zeer gedegen muzikale opleiding krijgt, waardoor zij een veelgevraagd pianiste is in Bergen. In 1836 trouwt Gesine met Alexander Grieg: koopman, Brits consul en groot muziekliefhebber. Als vierde van vijf kinderen wordt Edvard Grieg op 15 juni 1843 geboren uit het huwelijk tussen Gesine en Alexander Grieg. Vanaf zijn zesde krijgt Grieg pianoles van zijn moeder. Zijn eerste composities schrijft Grieg rond zijn vijftiende. Wanneer de Noorse componist Ole Bull in 1858 de jonge Grieg hoort spelen, dringt hij er bij diens ouders op aan, dat Grieg naar het conservatorium van Leipzig wordt gestuurd. Heel enthousiast is Grieg niet over zijn studie hier, maar de periode in Leipzig stelt hem wél in staat om de concerten in het Gewandhaus te bezoeken, waar hij Clara Schumann het werk van haar man hoort spelen en waar hij bij uitvoeringen van muziek van Wagner aanwezig is.
Ontevreden
In 1860 krijgt Grieg een borstvliesontsteking, waardoor hij de rest van zijn leven met ademhalingsproblemen te kampen heeft. Na het afsluiten van zijn studie, keert de jonge pianist en componist terug naar Noorwegen, waar hij flink aan de slag gaat, met het zichzelf in the picture spelen. Hij is daarmee behoorlijk succesvol, maar heeft toch het gevoel dat hij in zijn opleiding in Leipzig het een en ander gemist heeft. Hij besluit naar Kopenhagen te vertrekken, waar hij advies inwint bij de Deense componist Niels Gade. Deze adviseert hem een symfonie te schrijven: een opdracht waar Grieg zich niet echt toe in staat acht. Intussen ontmoet hij zijn nicht: de getalenteerde zangeres Nina Hagerup. Ze verloven zich in 1864 en trouwen drie jaar later.
Nationale muziek
De ontmoeting met Gade wakkert in Grieg een interesse aan voor de nationale muziek van zijn geboorteland. Het zal de rode draad worden in zijn werk. De eerder genoemde Ole Bull maakt in Grieg bovendien enthousiasme los voor de Noorse plattelandscultuur. Samen met een aantal andere jonge componisten, waaronder Rikard Nordraak, richt Grieg het gezelschap Euterpe op, dat zich volledig stort op de wijdere verspreiding van de Scandinavische muziek. Al snel wordt Grieg gezien als één van de meest veelbelovende musici van Noorwegen. Het zorgt ervoor dat hij een goede boterham kan verdienen als docent en dirigent. Intussen probeert hij zijn kennis en kunde te vergroten door samen met zijn vrouw reizen naar onder meer Weimar en Italië te ondernemen. Hij ontmoet er onder meer Liszt.
Relatieproblemen
1883 is een moeilijk jaar voor de componist. De relatie tussen Grieg en zijn vrouw Nina verloopt stroef en wanneer hij in de zomer Bayreuth bezoekt en aansluitend begint aan een lange tournee (waarin hij ondermeer Arnhem, Den Haag, Rotterdam en Amsterdam aandoet), wijst alles erop, dat Grieg niet bij zijn vrouw terug zal keren. Nina trekt in bij vrienden. Deze Marie en Frants Beyer stellen alles in het werk om het stel nader tot elkaar te brengen en slagen daar uiteindelijk ook in. In januari van het jaar daarop worden Grieg en zijn vrouw herenigd en vertrekken ze op een reis van vier maanden naar Rome. Bij terugkeer settelt het echtpaar zich in het Noorse Troldhaugen, waar ze de rest van hun leven blijven wonen. Zijn tijd verdeelt Grieg in die jaren tussen het maken van tournees in de herfst en winter en het schrijven en reviseren van muziek gedurende de lente en zomer.
Overlijden
Vanaf 1900 gaat de gezondheid van Grieg steeds verder achteruit: hij lijdt aan een longaandoening. Toch weerhoudt dit hem er niet van om tot het laatste toe verre concertreizen te maken. Wanneer Grieg in 1907 op het punt staat naar Engeland af te reizen, wordt hij met spoed in het ziekenhuis opgenomen, waar hij de volgende dag overlijdt. Zijn dood schokt het hele land. Een half jaar nadat zijn lichaam is gecremeerd, wordt de urn met zijn as in een in de rotsen uitgehouwen nis geplaatst, die uitkijkt over het fjord van Troldhaugen.