1979

De Russische mezzosopraan Ekaterina Gubanova werd geboren in 1979. Op 23-jarige leeftijd trad ze toe tot het Young Artists Program van het Royal Opera House, Covent Garden. Bij dat gezelschap zong ze verschillende rollen, waaronder Suzuki in Madama Butterfly en De derde dame in Die Zauberflöte.

In Peter Sellar’s beroemde productie van Tristan und Isolde zong Gubanova in 2005 bij de Parijse Opera met veel succes de rol van Brangäne. Ze verscheen in dezelfde rol in het Festpielhaus Baden-Baden, op het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival met Valery Gergiev, en opnieuw in Parijs onder leiding van Semyon Bychkov. Ze keerde terug naar Rotterdam om het Gergiev Festival 2008 te openen met Das Lied von der Erde; in het Gergiev Festival van 2009 zong ze liederen uit Des Knaben Wunderhorn.

Gubanova werkte samen met dirigenten als Esa-Pekka Salonen, Riccardo Muti, Sir Simon Rattle, Sir Bernard Haitink, Daniel Barenboim, Gustavo Dudamel en James Levine. Op het concertpodium zong ze onder andere Mahlers Rückert-Lieder, Beethovens Missa solemnis, Verdi’s Requiem en de rol van Jocasta in Oedipus Rex. Haar operarollen omvatten Flosshilde in Das Rheingold, Amneris in Aida en Olga in Jevgeni Onjegin.