1964

Tenor Werner Güra is afkomstig uit München. Hij volgde een
zangopleiding aan het Mozarteum van Salzburg en specialiseerde zich verder bij Nicolai Gedda, Margreet Honig en Ron Murdock. In
1995 werd Güra lid van de Semperoper Dresden. Daniel Barenboim
nodigde hem in 1998 uit naar de Staatsoper Berlin en ook in de
Opéra de Paris en in de Munt te Brussel was hij te gast.

Op zijn repertoire staan rollen als Tamino in Die Zauberflöte, Ferrando in Così fan tutte, Lindoro in L’Italiana in Algeri en Don Ramiro in La Cenerentola.

Als concertzanger werkte Werner Güra samen
met de Berliner Philharmoniker, London Philharmonic Orchestra,
Concertgebouworkest, Wiener Philharmoniker onder leiding van
dirigenten als Peter Schreier, Trevor Pinnock, Philippe Herreweghe,
René Jacobs, Ton Koopman, Riccardo Chailly, Claudio Abbado,
Nikolaus Harnoncourt e.a.

Werner Güra is tevens een veelgevraagd
recitalzanger en trad reeds op in de Wigmore Hall in Londen, het
Concertgebouw Amsterdam, Lincoln Center New York en op de
Schubertiade Schwarzenberg.
Güra verleende zijn medewerking aan een groot aantal cd-opnamen. Waaronder Fidelio met Daniel Barenboim, Orpheus van Telemann, Der Rose Pilgerfahrt van Schumann, het Weihnachtsoratorium en de Matthäus Passion van Bach en Haydns Die Jahreszeiten met René Jacobs, alsook
een aantal lied-cd’s waaronder Die schöne Müllerin van Schubert,
Dichterliebe van Schumann met Jan Schultsz aan de piano (alle bekroond met een Diapason d’Or), een cd met liederen van Brahms en
Wolf en de cd Schöne Wiege meiner Leiden met liederen van Clara en
Robert Schumann met pianist Christoph Berner.