(31 maart 1893 - 16 mei 1954)
Clemens Krauss was een opera-dirigent in hart en nieren. Zijn eerste opera dirigeerde hij in 1913 in Brno, nauwelijks 20 jaar oud. Na Brno volgden aanstellingen in Riga, Berlijn, München en Wenen. Bij de Staatsoper Wien dirigeerde Krauss in 1929 de première van Wozzeck.
De fijngevoeligheid waarmee Krauss het visuele met het muzikale verbond in de opera, ontbrak hem ten enenmale op politiek vlak. Zo nam hij zonder morren de première van Strauss' Arabella over in 1933, toen er voor zijn collega Busch geen plaats meer was in het nazi-regime. Ook het feit dat in 1935 Kleiber bedankte voor de functie van dirigentschap aan de Berliner Oper was voor Krauss geen reden ook van de functie af te zien.
Krauss was goed bevriend met Richard Strauss. Hij dirigeerde diverse premières van diens opera's en voor Capriccio schreef hij ook nog het libretto.
Na de oorlog mocht hij een tijdje niet dirigeren, maar vanaf 1947 was hij weer verbonden aan Theater an der Wien in Wenen. Hij maakte geregeld tournees. Tijdens één van deze tournees overleed Krauss onverwachts.