(16 augustus 1795 - 14 december 1861)
Heinrich August Marschner is nu vooral nog bekend om zijn opera's Hans Heiling, Der Vempyr en Der Templer und die Jüdin. Marschner had een talent voor het verbeelden van bovennatuurlijke verschijnselen waarbij de rillingen over je rug lopen.
Heinrich Marschner is de belangrijkste schakel tussen Von Weber en Wagner in de Duitse operageschiedenis. Hij was een tijdje assistent van Von Weber in Dresden maar het schijnt dat de twee geen vrienden waren. Na de dood van Von Weber in 1826 lukte het Marschner niet diens positie over te nemen. Hij reisde wat heen en weer in Europa tot hij in 1831 de aanstelling van kapelmeester verwierf in Hannover.
Marschner zou Hannover niet meer verlaten. Hier beleefde hij zijn grootste succes, met de opera Hans Heiling. Met dit werk, zijn negende opera in inmiddels, kreeg Marschner de erkenning als belangrijkste operacomponist van zijn tijd. De opera volgt weliswaar het voorbeeld van Der Freischütz maar heeft tegelijkertijd ook grote invloed gehad op Wagner. In harmonisch opzicht zocht Marschner graag naar het avontuur en met Hans Heiling creëerde hij bovendien een nieuwe operarol voor de bariton, namelijk die van demonische koning. Het werk heeft grote invloed gehad op Wagners Der fliegende Holländer.