Giovanni Battista Pergolesi (componist)

4 januari 1710 - 16 (of 17) maart 1736

Er zijn componisten die vooral vanwege één compositie bekend zijn geworden. Pergolesi behoort zeker tot deze categorie. Zijn Stabat mater heeft hem wereldberoemd gemaakt, maar eigenlijk kennen we niet veel andere werken van zijn hand. Het Stabat Mater is het meest gedrukte muziekwerk in de tweede helft van de achttiende eeuw. Pergolesi kreeg zijn eerste muzieklessen in zijn geboortestad Jesi. Tussen 1720 en 1725 vertrok hij naar Napels, waar hij verder studeerde en later een aanstelling kreeg als kapelmeester. De rest van zijn korte leven verbleef hij hoofdzakelijk in Napels. Hij was vooral bekend als opera-componist. Hij was één van de belangrijkste vroege componisten van de opera buffa, de komische opera.

Zijn opera seria Il prigioner superbo omvatte de populaire buffa-tweeakter intermezzo, La Serva Padrona (1733). Toen het stuk in 1752 werd opgevoerd in Parijs, vormde het de aanleiding voor de zogenaamde 'querelle des bouffons' (ruzie van de komieken) tussen aanhangers van de serieuze Franse opera van componisten als Jean-Baptiste Lully en Jean-Philippe Rameau en aanhangers van nieuwe Italiaanse komische opera. Pergolesi diende als voorbeeld voor de laatste stijl tijdens deze ruzie die de muziekgemeenschap van Parijs twee jaar lang verdeeld hield.

Pergolesi heeft ook een aantal instrumentale en sacrale werken op zijn naam staan. Hij schreef onder meer een mis die hem zelfs een nieuwe aanstelling opleverde na een succesvolle uitvoering in 1734 in Rome. Mogelijk was dit de plechtige mis die in 1732 in Napels uitgevoerd werd ter ere van St.-Emidius. St.-Emidius was tot beschermheilige van de stad uitgeroepen na twee zware aardbevingen. Op 16 maart 1736 sterft Pergolesi, slechts 26 jaar oud. Zijn lichaam wordt in een massagraf geworpen.

Andreas Scholl en Barbara Bonney in het eerste deel van het Stabat Mater