Astor Piazzolla (componist)

(11 maart 1921 - 04 juli 1992)

Tango is an obscure song, fruit of a drunken God and two ancient wounds: hatred on the right, tenderness on the left
Piazzolla begon zijn carrière als musicus in de wereld van de tango. Maar hij kwam al vroeg in aanraking met de West-Europese klassieke muziek. Juist door deze twee werelden te combineren, kwam hij tot de 'tango nuevo', waar hij wereldberoemd mee geworden is. Niet alleen voegde hij aan de tango elementen uit de klassieke muziek toe (invloeden van Bach, Stravinsky en Bartók), hij bracht ook de tango naar de concertzaal (waar het 'luistermuziek' werd).

Net als veel andere tango-musici had ook Piazzolla Italiaans bloed. Hij woonde in zijn jeugd in New York waar hij les kreeg van Béla Wilde, een leerling van Rachmaninov. Hier leerde Piazzolla de wereld van de klassieke muziek kennen. Als Piazzolla in 1941 terecht komt bij Gianstera, gaat er een wereld voor hem open. 'Ik heb alles te danken aan Ginastera ... Hij leerde mij alles.' Door een beurs kreeg Piazzolla in 1954 de gelegenheid verder te studeren bij Nadia Boulanger die hem de enige vraag stelde die er toe deed ('Speel voor mij jouw tango') en vervolgens stelde dat het tijd was de ware Piazzolla te leren kennen. Zij drong er bij Piazzolla op aan zijn ware ik niet te verloochenen en daarmee de tango te omarmen.

Met de bagage van de West-Europese klassieke muziek op zak keerde Piazzolla terug naar de tango: de nuevo tango. Hij schreef onder de tango-opera Maria de Buenos Aires, maar ook Las cuatro estaciones Porteñas. Piazzolla's versie van de Vier Jaargetijden laten de nuevo tango op zijn best horen.

Horacio Ferrer, de librettist van de tango-opera Maria de Buenos Aires omschreef Piazzolla als 'generous, enthousiastic, shy, sensuous, ironic and sentimental, courageous with an angelic and develish air'. Eigenlijk precies zoals zijn nuevo tango klinkt.

Astor Piazzolla

Invierno Porteño uit 'Las cuatro estaciones Porteñas' - Astor Piazzolla y su Quinteto , 1985