Giovanni Alberto Ristori (componist)

1692-1753

Giovanni Alberto Ristori was het grootste deel van zijn leven verbonden aan het hof van Dresden. Zijn exacte geboorteplaats is onzeker, het zou zowel Bologna, Venetië als Wenen geweest kunnen zijn. Ristori's vader Tommaso was leider van een theatergezelschap dat kort na de geboorte van Giovanni Alberto aan het hof van Saksen terecht kwam.

Ristori zelf kwam in 1715 naar Dresden, samen met zijn vrouw en zijn ouders. Zijn vader benoemde hem in 1717 tot componist van zijn theatergroep. Tegelijkertijd werd Ristori ook benoemd tot kapelmeester van de Poolse kapel van het hof van Dresden. Dit twaalfkoppige ensemble verdeelde zijn tijd tussen de paleizen van Dresden en Warschau.


Ristori maakte naam als operacomponist, vooral Calandro was in zijn tijd een groot succes met reprises voor onder meer Frederik de Grote.


In 1731 leende Augustus de Sterke zijn Italiaanse theatergezelschap uit aan de Russische keizerin Anna, ter gelegenheid van de muzikale festiviteiten rond haar kroning in Moskou. Ook hier werd Calandro opgevoerd en was daarmee de eerste Italiaanse opera die in Rusland werd opgevoerd.


Met de komst van Friedrich Augustus II in 1733 veranderde het klimaat aan het hof van Dresden aanzienlijk. Tommaso Ristori ging verplicht met pensioen, zijn theatergezelschap werd ontslagen en zijn zoon Giovanni Alberto
gedegradeerd tot "kamerorganist". Toch bleef Giovanni Alberto componeren voor het hof: veel kerkmuziek, cantates maar ook opera's waaronder de kroningsopera Le fate. In 1750 werd Ristori voor al zijn bewezen diensten benoemd tot vice-kapelmeester, onder Hasse.


Werken van deze componist