(05 april 1869 - 23 augustus 1937)
De Franse componist Albert Roussel was net voorbestemd musicus te worden. Hij volgde een opleiding bij de marine. Als gevolg daarvan was hij na een training aan de Ecole Navale zowel in Frankrijk als elders, waaronder het Verre Oosten, gestationeerd. Intussen had Roussel wel belangstelling voor muziek, had zelfs allerlei lessen gevolgd en besloot in 1894 zijn varende carrière voor de muziek te verruilen. Hij studeerde alsnog in Parijs compositie om zich vervolgens in 1898 als student te melden bij de door d'Indy nieuw opgerichte Schola Cantorum, waar hij tien jaar over de uitgebreide studie deed en later ook zelf docent werd. Onder de leerlingen die hij daar tot 1914 onderwees bevonden zich onder anderen Satie en Varèse.
Het oeuvre van Roussel is niet omvangrijk, maar getuigt van een verrassende veelzijdigheid. Ondanks de invloed van verschillende contemporaine stromingen vertoont het een gestadige ontwikkeling naar een geheel eigen stijl. Na een "traditionele" periode, waarin hij vooral onder de invloed stond van César Franck, namen zijn muzikale inzichten een totaal andere wending als gevolg van een reis naar India en Zuidoost-Azië, en ontstond in zijn werk een eerder oosters getint impressionisme, beïnvloed door de hindoemuziek. Na 1920 wijzigde hij zijn muzikale ideeën opnieuw, nu naar een zakelijker contrapunt. Deze objectiverende houding kreeg uiteindelijk de overhand in zijn werk en leidde hem naar zijn laatste en rijkste scheppingsperiode, waarin de muzikale expressie geconcentreerd is in de traditionele, klassieke vormschema's.
Delen uit belangrijke werken van Albert Roussel