(24 december 1791 - 20 februari 1861)
Scribe was een zeer productief toneelschrijver en librettist in Frankrijk in de 19de eeuw. Na de vroege dood van zijn vader groeide hij onder moeilijke omstandigheden op. Dankzij een beurs kon hij toch verder leren. Zijn moeder dirigeerde hem richting rechten maar de aantrekkingskracht van het theater was te groot. Scribe begon met schrijven van comédies-vaudevilles en leerde door de weinig zachtzinnige reacties van het publiek hoe hij het meeste effect kon sorteren.
Later zou Scribe ook ander soort werk gaan schrijven, maar zijn stijl zou dezelfde blijven: voor- en tegenspoed van de hoofdpersonen wisselen elkaar in hoog tempo af, uitmondend in een climax. Het taalgebruik van Scribe is eenvoudig en helder. Hem is weleens kleurloosheid verweten, maar dat is niet terecht. Scribe was niet uit op literaire hoogstandjes maar op zoveel mogelijk effect op het toneel. Hij was wat dat betreft een echte broodschrijver. Het vakmanschap stond voorop. En Scribe paste zich feilloos aan de gevraagde stijl aan. Drama was voor Scribe geen vorm van zelf-expressie. Samenwerken met anderen vond Scribe geen enkel probleem. Hij deed het veelvuldig, onder andere met Delavigne.
Deze eigenschappen maakten van Scribe een uiterst succesvol librettist. De snel wisselende stemmingen in zijn libretti boden een prachtige uitdaging aan componisten. Daarbij had Scribe een groot talent voor het creëren van grootste spektakels, met veel gevoel voor de "coleur locale" of juist een historische sfeer.
Scribe heeft de Franse grand opéra weliswaar niet uitgevonden maar hij heeft wel veel bijgedragen aan de ontwikkeling ervan. Hij wist uitstekend een nieuwe trend op te pikken om daarmee het publiek te behagen. Meer ambieerde Scribe niet. Diepe gevoelens komt men in zijn libretti niet tegen, maar het is ook de vraag in hoeverre dat past bij een grand opéra.
Zijn oeuvrelijst is enorm. De lijst met componisten voor wie hij schreef, is indrukwekkend met onder meer Bellini, Donizetti, Gounod, Halévy en Auber.