Carlo Ventre maakte zijn operadebuut in 1994 als Il Duco in Rigoletto in La Scala van Milaan onder directie van Riccardo Muti. Van origine komt Carlo Ventre uit Montevideo maar kwam op jonge leeftijd naar Europa om zang te sturderen. Hij won de Gino Bechi Prize dat hem in staat stelde bij Bechi te studeren. bij het Francisco Viñas Competition in Barcelona en de Pavarotti International Voice Competition.

Carlo Ventre ontwikkelde zich vervolgens tot een van de belangrijkste lyrico-spinto tenoren van zijn generatie. Hij reist de gehele wereld over in een tournee langs de belangrijkste operatheaters van de wereld. Gaandeweg kwamen daar ook de meer dramatische rollen bij. Eigenlijk wil Ventre de scheiding tussen lyrisch en dramatisch liever niet maken.

Ventre's opwachting in Claus Guth's nieuwe productie van Verdi's Un ballo in maschera in de Oper Frankfurt in 2005 was een tweede belangrijke mijlpaal in zijn carrière.
Rollen in I vespri siciliani in 2007 in Tokyo, Andrea Chénier in Barcelona’s Liceu, Tosca Oper Frankfurt, Hamburger Staatsoper, in de San Francisco Opera en de Arena di Verona volgden, evenals in Germania at the Deutsche Oper Berlin, Il tabarro in Frankfurt, Simon Boccanegra at the Deutsche Oper Berlin, Carmen in Lausanne, Cavalleria rusticana with Lyric Opera of Chicago, Madama Butterfly etc.

Vooral de rol van Radames in Verdi’s Aida ligt Carlo Ventre goed. Hij bracht hem bij de Deutsche Oper Berlin, Oper Leipzig, de San Diego Opera, in de Arena van Verona en in Covent Garden in London ten gehore.