In februari 2003 ontving Rolando Villazón in Frankrijk de victoire de la musique classique in de categorie van "internationale ontdekking van het jaar". In oktober 2005 zong hij aan de Opéra Bastille in Parijs in La bohème van Puccini. Hij ondertekende een exclusief contract met Virgin Classics. Hij debuteerde aan la Monnaie in Brussel in La bohème en aan de Metropolitan Opera van New York in La traviata.
Tijdens de Salzburger Festspiele van 2005 vervulde hij de rol van Alfredo in La traviata aan de zijde van de sopraan Anna Netrebko en de bariton Thomas Hampson.
In juli 2006 nam Rolando Villazón deel aan een concert in Duitsland aan de zijde van Anna Netrebko en de tenor Plácido Domingo.
Begin 2007 zong hij de rol van Hoffmann in Les contes d'Hoffmann van Jacques Offenbach aan de Opéra National de Paris (Opéra Bastille).
Na van Parijs zijn vaste verblijfplaats te hebben gemaakt, vroeg hij de Franse nationaliteit aan, die hij verkreeg in de loop van het jaar 2007.
Na een lange vocale pauze, begonnen in de zomer van 2007, hervatte Rolando Villazón zijn zangcarrière op 5 januari 2008 in de rol van Werther in Wenen. Zijn volgende recital op de plaat, "Cielo e mar", verscheen bij Deutsche Grammophon in maart 2008. In augustus 2008 trad hij in het Salzburg Festival op als Roméo in Gounods Roméo et Juliette (opera). Juliette werd gestalte gegeven door Nino Machaidze. Begin 2009 werd door Deutsche Grammophon zijn cd(/dvd) met aria's van Händel gelanceerd. Hierop werkt hij samen met de Gabrieli Players onder leiding van Paul McCreesh.
In de zomer van 2009 werd een cyste op de stembanden operatief verwijderd. Villazón was gedwongen voor langere tijd optredens en voorstellingen af te zeggen. Op 5 mei 2011 maakte hij een succesvolle comeback als Werther in Covent Garden.
Rolando Villazon zingt "Il mio tesoro" uit Don Giovanni van Mozart.