Klaus Florian Vogt was eigenlijk hoornist in de Hamburger Philharmoniker toen zijn vrouw in hem plotsklaps een zanger hoorde. Hij gooide het roer om en begon aan een studie zang. In 2002 maakte hij als Lohengrin zijn debuut bij de opera in Erfurt. Het bleek een doorbraak in zijn carrière die hem vervolgens naar alle grote operahuizen van Europa en New York bracht.
Vogt heeft een lichte, jeugdige stem die bij rollen als Tristan en Lohengrin eigenlijk wonderwel past.
Vogt zelf hierover: 'In de 19de eeuw benaderden zangers een Wagnerrol eerder lyrisch dan dramatisch. Ze wisselden hem ook gewoon af met Mozart, wat tegenwoordig niet meer schijnt te mogen. Er is een praktijk gegroeid die vloekt met de historische feiten.'