12 januari 1876 - 21 januari 1948
Aanvankelijk was Ermanno Wolf-Ferrari van plan beeldend kunstenaar te worden, net zoals zijn vader. Maar toen hij tijdens een verblijf in München les nam bij Josef Rheinberger, kreeg zijn interesse in muziek de overhand en liet Wolf-Ferrari zich inschrijven aan het conservatorium van München. Rond deze tijd voegde hij ook de naam van zijn Italiaanse moeder (Ferrari) toe aan de naam van zijn (Duitse) vader.
Terug in zijn geboorteplaats Venetië moest hij een tegenvaller incasseren met de flop van zijn eerste opera. In Duitsland was het echter een groot succes. Wolf-Ferrari maakte vervolgens naam met komische opera's die gebaseerd waren op werken van Carlo Goldoni.
Wolf-Ferrari verdeelde zijn tijd tussen München en Venetië en moest bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog constateren dat zijn beide vaderlanden met elkaar in oorlog waren. Hij zocht zijn heil in Zürich.
In het werk dat Wolf-Ferrari na de Eerste Wereldoorlog schreef, kroop een zweem van melancholie. Zijn opera's werden donkerder van kleur en emotioneel gezien complexer.
De opera's vormen het bekendste deel van het oeuvre van Wolf-Ferrari. Hij schreef echter ook regelmatig voor kamermuziekbezettingen en componeerde een Vioolconcert.