(19 juni 1842 - 17 augustus 1898)
Als jongen had Zeller een mooie stem; hij zong in het jongenskoor van de Weense hofkapel, de Wiener Sängerknaben. Naast zijn studie compositie studeerde hij echter ook rechten en was hij enige tijd advocaat, tot hij bij het ministerie van onderwijs in dienst kwam. Zeller schreef verschillende komische opera's, waaronder Joconde in 1876.
Zijn grootste succes beleefde Zeller met de operette Der Vogelhändler. Juist met dit werk blies Zeller de Weense operette nieuwe leven in. Der Vogelhändler bleek een klassieker die nog altijd repertoire houdt.