Componist: Giuseppe Verdi
Librettist:
Antonio Ghislanzoni
Première: 24-12-1871 te Kairo
Egypte in de tijd van de farao's. De veldheer Radames is verliefd op de Ethiopische slavin Aida, maar de Egyptische prinses Amneris werpt zich op als haar rivale. Na zijn overwinning op de Ethiopiërs voert Radames onder de gevangenen ook Aida's vader Amonasro mee naar Egypte, niet wetende dat dit de Ethiopische koning is. Op verzoek van Radames worden de meeste gevangenen vrijgelaten, maar op aanraden van de hoge priester Ramfis blijft Amonasro als gijzelaar in Egypte. Tegen zijn wil verraadt Radames aan Aida en haar vader een militair geheim en hij wordt door de priesters veroordeeld tot de dood in een onderaardse kerker. Daar voegt Aida zich bij hem om samen met hem te sterven.
Verdi schreef Aida in opdracht van de Egyptische gouveneur Ismail Pasha ter gelegenheid van de opening van het operahuis in Cairo. De première moest echter op het laatste moment uitgesteld worden omdat vanwege het Beleg van Parijs (1870-1871) de decors en kostuums niet op tijd vanuit de Franse hoofdstad naar Cairo verscheept konden worden.
Verdi stond aanvankelijk niet heel positief tegenover de opdracht maar de kwaliteit van het libretto overtuigde hem tenslotte. Want onder het exotische coloriet komt een waar Verdiaans thema tevoorschijn: het conflict tussen individuele gelukzoekers en de autoritaire machtsstructuren, tussen gevoel en politiek, tussen liefde en geweld.