Componist: Maurice Ravel
Première: 22-11-1928 te Parijs
Ravel schreef Boléro voor Ida Rubenstein die daar samen met Bronislawa Nijinska een libretto op maakte over een taveerne in Spanje waar mensen dansen. In reactie op de aanwezigen om mee te doen, klimt een danseres op tafel en begint aan een dans die steeds verhitter wordt.
Ravel echter had een andere visie op zijn muziek. Hij prefereerde een scène in de buitenlucht met op de achtergrond een fabriek die het mechanische karakter van zijn muziek zou weerspiegelen.
Spanje als een geïdealiseerd thuisland neemt in het oeuvre van Ravel een belangrijke plaats in. En in deze "Spaanse" werken duiken vaak ostinato's op (korte, ritmische motieven die voortdurend herhaald worden), maar in geen enkel werk treedt het ostinato duidelijker op de voorgrond dan in Boléro. Een ritmisch motief uit een Spaanse dans wordt eindeloos herhaald, ter ondersteuning van twee thema's die verder ook zonder variatie voortdurend terugkeren. Het geheel orkestreerde Ravel met een ongekend breed palet aan instrumentale klanken.
Ravel schreef deze muziek voor danseres Ida Rubenstein. Geheel tegen alle westerse muziektradities in is er geen andere ontwikkeling in dit werk dan een enorm uitgesponnen crescendo, over de gehele lengte van het werk. "Helaas bevat hij geen muziek," zo vatte Ravel zijn meesterwerk nogal laconiek samen.