Componist: Jules Massenet
Première: 24-05-1899 te Parijs
De tweede echtgenoot van Pandolfe, Madame de la Haltière, maakt zich met haar dochters Noémie en Dorothée op voor het bal op het kasteel. Prince Charmant moet een bruid kiezen en Madame de la Haltière is vastbesloten haar dochters onder de aandacht van de prins te brengen. Pandolfe vergezelt het drietal neerslachtig. Hij vraagt zich af waarom hij getrouwd is met rancuneuze Madame de la Haltière die haar verwaande dochters alles geeft terwijl zijn dochter Lucette (Cendrillon) het sloofje van de familie is geworden.
Thuis dagdroomt Cendrillon van het bal, zij had er graag heen gewild. Een Fee brengt redding in de vorm van een jurk, een koets en glazen muiltjes. De entree van Cendrillon is overweldigend, Prince Charmant valt als een blok voor haar.
Om twaalf uur vlucht Cendrillon weg, de betovering raakt immers om twaalf uur uitgewerkt. Eenmaal thuis hoort Cendrillon haar stiefmoeder beweren dat de prins de onbekende gast heeft afgewezen. Omdat Cendrillon dit gelooft, rent zij weg. In het bos heeft zij een mysterieuze ontmoeting met de prins.
Prince Charmant laat na verloop van tijd alle meisjes uit het land op het kasteel komen. Hij moet zijn onbekende gast terugvinden, anders zal hij uit wanhoop sterven. Cendrillon beseft dat het bal en de ontmoeting in het bos geen droom zijn geweest en maakt ook haar opwachting op het kasteel, tot verbazing van haar familie maar tot grote blijdschap van de prins.
Het verhaal van Assepoester is heel oud. Massenet was dan ook niet de eerste componist die dit thema gebruikte voor een opera. In 1810 kwam Isouard al met een succesvolle Cendrillon in de Opéra-Comique en in Italië had men Agatina, o la virtú premiata van Pavesi (1814) en Cenerentola van Rossini (1817) al gezien.
In de Italiaanse versies krijgen de bovennatuurlijke elementen minder nadruk dan de Franse versies. Vooral de opera van Massenet dompelt zich in een magische, feeërieke sprookjeswereld.
Massenet componeerde de muziek van Cendrillon met een breed palet aan contrasterende stijlen. Het bal en de stiefmoeder worden opgeroepen door pompeuze muziek; Assepoesters vader Pandolfe krijgt pastorale klanken mee, deze verwijzen naar het rustige leven waarnaar hij verlangt; de muziek van Assepoester en van haar ontmoetingen met de prins worden gekenmerkt door welige chromatische harmonieën en een zinderende orkestratie.