Componist: Richard Wagner
Librettist:
Richard Wagner
Première: 21-06-1868 te München
Ridder Walther von Stolzing is naar Neurenberg verhuisd om een burgerbestaan te leiden in de stad. In het huis van de gefortuneerde goudsmid Veit Pogner ontmoet hij diens dochter Eva, zij en Walther worden verliefd op elkaar. Pogner wil de wereld bewijzen hoe hoog de mensen uit Neurenberg de kunst in het vaandel hebben staan, en heeft daarom de hand van zijn enige kind als prijs uitgeloofd voor de winnaar van een zangwedstrijd. Omdat alleen leden van het gilde voor meesterzangers aan deze wedstrijd mogen deelnemen, verzoekt Stolzing om toelating tot het gilde. Dit lukt hem niet, omdat de jaloerse Beckmesser, die ook verliefd is op Pogners dochter, tot jurylid bij de meesterzangkunst is benoemd; hij moet alle fouten bij het zingen afkloppen. Hoewel ook Hans Sachs een oogje heeft op de beeldschone Eva, helpt hij de geliefden door Stolzing - die een natuurtalent blijkt te zijn - te onderrichten in de regels van de meesterzang. Zo wint de ridder de zangwedstrijd, terwijl de arglistige Beckmesser het onderspit delft. Maar de echte winnaar is Hans Sachs, die als mens en kunstenaar boven zichzelf uitsteeg, afzag van Eva en in de zang van Stolzing een nieuwe, maar nog onrijpe kunstrichting herkende, waarvoor hij een doorbraak mogelijk maakte.
Die Meistersinger von Nürnberg is gebaseerd op de geschiedenis van de Duitse minne- en meesterzangers zoals Hans Sachs en Walter von der Vogelweide. Wagner keert in deze opera terug tot de traditionelere diatoniek. Die Meistersinger heeft ook veel van de ouderwetsere Grand Opéra, met koren, aria's en een kwintet. Maar het blijft Wagner. Je ziet dat in vele elementen terug: de geniale conceptie zoals steeds bij hem in drie aktes namelijk these, antithese, synthese. De vondst het werk in de Nürnberger Catharinenkirche te laten beginnen en het vandaar uit verder zich te laten ontwikkelen, het orkest dat zingt, voorspelt, verbindt en de toehoorder als het ware omspoelt.
Die Meistersinger neemt als komedie een heel aparte plaats in te midden van Wagners andere opera's: er worden mensen in gefopt, het luchthartige overheerst. Het drama, de zin van het werk, ontstaat omdat er ook een tegenstelling wordt opgevoerd. De tegenstelling tussen enerzijds de regels die formeel een lied een Meisterlied doen zijn, en de vernieuwing, hier gepersonificeerd door Hans Sachs en Walther von Stolzing, die de regels willen verruimen.