Componist: Giacomo Puccini
Première: 21-04-1889 te Milaan
Puccini’s tweede opera mag dan nog het werk van een betrekkelijk onervarene zijn, het is zeker het aanhoren waard. Deze opera kwam wel wat moeizaam tot stand en het is niet geheel onverklaarbaar waarom: de handeling bevat wat ongerijmdheden. In de climax van de eerste akte steekt Edgar om nogal onverklaarbare redenen zijn huis in brand en in de derde akte regelt hij om even onverklaarbare redenen zijn begrafenis met een wapenrusting in plaats van met zijn lichaam. Natuurlijk ligt het dan voor de hand om te denken aan symbolische handelingen, rekening houdend met de status van Edgars onderbewustzijn. Maar het is waarschijnlijker om te veronderstellen dat het librettist Ferdinando Fontana ging om het introduceren van wat spectaculaire toneeleffecten die in het oorspronkelijke relaas van Alfred de Musset geheel ontbreken. En waar de trouwe heldin Fidelia een sympathiek, innemend iemand is, heeft haar rivale Tigrana zoals de naam suggereert het karakter van een roofdier à la Carmen. Ze blijft een ééndimensionale figuur die Edgars liefde voor haar volkomen onbegrijpelijk maakt. Maar gelukkig compenseert Puccini’s prachtige, weer heel genietbare muziek veel. Probeer bijvoorbeeld het einde van de eerste akte en het begin van de tweede.