Hertog Blauwbaards Burcht (opera)

Componist: Béla Bartók

Librettist: Béla Balázs

Première: 24-05-1918 te Boedapest

Korte inhoud

Judith heeft haar ouderlijk huis en haar verloofde verlaten en is de obscure Blauwbaard gevolgd. Ze houdt van hem omwille van zijn verdriet. In zijn duistere burcht vindt zij 'zeven stomme, zwarte deuren'. Om haar geliefde volledig te kunnen begrijpen, dringt Judith erop aan de deuren te openen. De eerste beide deuren verbergen de folter - een wapenkamer van Blauwbaard, de derde en vierde deur het schatgewelf en de tovertuin. Nu dwingt Blauwbaard Judith om de vijfde deur te openen. Vervolgens wordt het licht - het uitzicht over het hele rijk wordt zichtbaar. Dolgelukkig wil Blauwbaard Judith omarmen. Zij heeft echter overal bloed ontdekt en wil alles weten. Ondanks de waarschuwing van Blauwbaard opent zij de zesde deur naar de tranenvijver. Uiteindelijk neemt Judith achter de zevende deur de vroegere vrouwen van Blauwbaard waar, die in zijn herinnering levend zijn. De burcht van Blauwbaard wordt weer donker.

Toelichting

In Bartóks eenakter is Blauwbaard een gevangene van zichzelf. De vrijheid die hij eerder al bij zoveel vrouwen zocht, kan ook Judith hem niet schenken. Wel dringt zij steeds dieper tot zijn innerlijk door, om hem ten slotte eenzaam achter te laten. De symbolistische handeling wordt met expressieve muziek maar ook met impressionistische passages en elementen uit de volksmuziek door Bartók tot een groot symfonisch geheel aaneengesmeed.

Judith opent de derde deur van Blauwbaards burcht

Te zien of te horen tijdens de komende reizen:
Rollen in dit werk
  • Judith (sopraan)
  • Hertog Blauwbaard (bas)