Componist: Jean-Philippe Rameau
Première: 01-10-1733 te Parijs
Phèdre, de tweede vrouw van Theseus, wordt verliefd op Hippolyte, zoon van Theseus uit zijn eerste huwelijk
Hippolyte is echter verliefd op Aricie.
Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden denkt Theseus dat Hippolyte zijn vrouw wil ontvoeren. Uiteraard laat Phèdre Theseus in deze waan.
Theseus straft Hippolyte maar omdat Hippolyte onder de bescherming van de godin Diana staat, overleeft hij de wraakneming van zijn vader.
Hij mag uiteindelijk zijn geliefde Aricie trouwen, maar zijn vader zal hij nooit meer zien en Phèdre heeft intussen zelfmoord gepleegd.
Niets wees er in 1732 op dat Rameau, inmiddels 50 jaar en vooral beroemd en gewaardeerd om zijn muziektheoretische werken en klavierwerken, het roer volledig zou omgooien. Toch vroeg hij aan Abbé Pellegrin om een operalibretto. Rameau was zeer onder de indruk van diens libretto Jephté waar Montéclair de muziek onder geschreven had.
De première van Hippolyte et Aricie bracht een ware schokgolf door het Parijse operapubliek dat al sinds de jaren 1670-1680 gewend was aan de "tragédie en musique" van Lully. Publiek en critici stonden al snel in twee kampen lijnrecht tegenover elkaar: de Lullistes en de Ramoneurs. Want hoewel Rameau qua structuur Lully nog wel volgde - een proloog met vijf aktes - waren zijn harmonieën dusdanig vernieuwend dat een deel van het publiek er niet aan kon wennen.