Componist: Giuseppe Verdi
Librettist:
Temistocle Solera
Première: 02-11-1843 te Milaan
Twee broers, Arvino en Pagano, streden lang geleden om dezelfde vrouw, Viclinda. Het pleit leek beslecht in het voordeel van Arvino maar Pagano blijkt zich er niet bij neergelegd te hebben. Het is de opmaat voor een familiedrama waarin de vader per ongeluk gedood wordt en dochter Giselda ontvoerd naar Antiochië alwaar zij verliefd wordt op Orente, de zoon van de tiran van Antiochië. Op de rand van de dood volgt dan alsnog verzoening tussen beide broers.
Slechts één jaar na de première van Nabucco, het eerste grote succes van Verdi, beleefde I Lombardi alla prima crociata zijn eerste opvoering in het Teatro alla Scala in Milaan. Voor deze opera koos librettist Temistocle Solera een gedicht van Tomasso Grossi, toentertijd een zeer gewaardeerde schrijver.
De première in 1843 was een groot succes, ondanks het complexe libretto met personages die gedurende de opera van kleur veranderen. Zoals Pagano die aan het begin van de opera de belichaming van het kwaad lijkt te zijn maar aan het eind van de opera sterft als een goed christen.
Het is opvallend dat Verdi en Solera met I Lombardi alla prima crociata niet de regels van het klassieke drama volgden. De vier aktes van de opera spelen zich telkens op een andere plaats en in een andere tijd af. Maar Verdi en Solera brachten wel met één beweging eenheid in hun opera: het koor is hier de verbindende factor. Verdi kreeg in Milaan dan ook de bijnaam papa dei cori. Ook in andere opzichten wisten Verdi en Solera hun publiek te verrassen. Er komen een paar koorpassages in de opera voor die de Risorgimento-gevoelens in Milaan nog meer aanwakkerden. Op een heel andere manier verrast Verdi door in de derde akte een tussenspel op te nemen dat lijkt op een vioolconcert.