Componist: Giacomo Puccini
Librettist:
Giovacchino Forzano
Première: 14-12-1918 te New York
Gianni Schicchi speelt zich af in Florence in 1299. De rijke boer Buoso Donati is een natuurlijke dood gestorven. Zijn familie heeft bij gerucht vernomen dat het geld niet aan de familie zou worden nagelaten, maar aan de kerk. Er wordt koortsachtig gezocht naar een kopie van het testament. Als dat gevonden wordt, blijkt dat het gehele vermogen aan de monniken in het klooster zal worden geschonken. In wanhoop vraagt de familie Gianni Schicchi, een boer oorspronkelijk afkomstig van buiten Florence, hen te helpen een oplossing te vinden. Deze neemt de plaats in van de dode Buoso en slaagt erin om de dokter en de notaris om de tuin te leiden om zo het testament te kunnen wijzigen. Uiteindelijk pakt de familie toch naast het kapitaal, omdat Gianni Schicchi alles wat van grotere waarde is, aan zichzelf nalaat. Hij veegt de woedende familie met een bezem van het toneel en richt zich tot het publiek met een verzoek om begrip voor zijn daad. Hij zegt zo gehandeld te hebben uit hebzucht van de familie in het bijzonder en van de mensheid in het algemeen.
Il trittico is de titel van drie gecombineerde eenakters van Giacomo Puccini, zijn laatste afgeronde opera’s Il tabarro, Suor Angelica en Gianni Schicchi. De première was op 14 december 1918 door de Metropolitan Opera in New York. Puccini heeft deze eenakters geschreven als één geheel. Dat deze werken tegenwoordig meestal afzonderlijk van elkaar worden opgevoerd, stemt dus niet overeen met de wens van de componist. Elk van deze eenakters benadrukt een bepaald facet van Puccini’s oeuvre en samen vormen de drie eenakters een goed uitgebalanceerd geheel. Gianni Schicchi heeft de meeste bekendheid verworven. Het is Puccini’s enige humoristische opera, vol cynisme over hebzucht en complotten die bij een verdeling van een erfenis kunnen optreden. In Il tabarro staat de dramatiek centraal en in Suor Angelica, de favoriet van Puccini zelf, de religieuze verlossing.