Componist: Giuseppe Verdi
Librettist:
Leone Emanuele Bardare
Salvatore Cammarano
Première: 19-01-1853 te Rome
Il trovatore speelt zich af in Noord-Spanje in de 15e eeuw. Hier vertelt Ferrando, kapitein in het leger van graaf Luna, aan de soldaten dat de broer van de graaf ooit als baby door een zigeunerin geroofd is. Sindsdien zoekt de jonge graaf Luna zijn vermiste broer.
Luna dwaalt onder het raam van hofdame Leonora, die eveneens het hof gemaakt wordt door de troubadour Manrico, een vijandelijke legeraanvoerder. Luna daagt Manrico uit voor een duel en Manrico wint. Manrico vertelt later zijn moeder, de zigeunerin Azucena, dat hij er niet toe kon komen zijn tegenstander te doden.
Leonora, die meent dat Manrico gedood is, wil zich in een klooster terugtrekken. Luna poogt haar te ontvoeren, maar dit wordt verhinderd door Manrico. Als Luna vervolgens Azucena in zijn macht krijgt, doet Manrico een uitval om haar te redden, maar wordt daarbij zelf gevangen genomen. Leonora neemt zelf vergif in om niet aan Luna te hoeven toebehoren. Manrico weigert echter te vluchten en Leonora sterft in zijn armen. Luna begrijpt dat zij hem bedrogen heeft en laat Manrico onmiddellijk terechtstellen, maar hoort dan van Azucena, dat hij zojuist zijn eigen broer heeft gedood.
Met Il trovatore zette Verdi definitief een punt achter de periode van de traditionele Italiaanse nummeropera uit de eerste helft van de 19e eeuw. De basis voor deze opera was het drama El trovador dat in 1836 in première gegaan en al snel model stond voor het nieuwe romantische toneel in Spanje. Verdi was gefascineerd door de moderniteit en de bizarheid van het drama. Verdi maakte zelf een schets voor het libretto die grotendeels behouden is gebleven. Maar hij en zijn librettist Cammarano waren het niet op alle punten met elkaar eens. Cammarano had moeite met de geloofwaardigheid van het verhaal (onder andere het feit dat Azucena het verkeerde kind in het vuur gooit). Het grootste strijdpunt was echter vooral de rol van Azucena. Verdi zag deze rol als middelpunt van de dramatische gebeurtenissen, terwijl Cammarano alle vier de hoofdrollen (graaf Luna, troubadour Manrico, Azucena en Leonora) gelijkwaardig wilde maken. Maar toen Verdi de eerste delen van de opera onder ogen kreeg, spoorde hij Cammarano aan: 'Ga zo door met Il Trovatore zoals u in de introductie hebt gedaan, en ik zal eindeloos gelukkig zijn!.
Raina Kabaivanska in het 'Miserere' uit Il trovatore