Componist: Karol Szymanowski
Librettist:
Karol Szymanowski
Première: 12-06-1926 te Warschau
Koning Roger van Sicilië, zijn vrouw Roksana en zijn raadgever Edrisi voegen zich bij het volk voor de eredienst. Prelaten berichten de koning over een jonge, mooie Herder, wiens blasfemische cultus al vele volgelingen heeft. Roger laat de Herder bij zich brengen. De geestelijken en het door hen opgehitste volk eisen een veroordeling van de Herder, die door zijn mildheid een sterke indruk op Roger en Edrisi maakt. De koning laat de Herder in vrijheid, maar verordonneert wel zijn komst naar het paleis.
Wachtend op de komst van de Herder, maakt Roger Edrisi deelgenoot van zijn angsten en twijfels. De Herder weet Roksana en vele hovelingen in zijn ban te brengen, en wanneer vier hem begeleidende muzikanten betoverende muziek spelen, vervalt iedereen in een uitzinnige vreugdedans. Alleen Roger biedt weerstand en beveelt de Herder te ketenen. Deze verbreekt de zware kettingen en roept allen op hem te volgen naar het land van de eeuwige vrijheid. Roger en Edrisi blijven al enigen achter. De koning geeft zijn kroon op en gaat als pelgrim op zoek naar Roksana en de Herder.
Na een lange zoektocht, vergezeld door Edrisi, roept Roger luid om Roksana, die hem eerst van veraf antwoordt en dan verschijnt. Zij bejubelt de cultus van de Herder, die haar lijdzame leven heeft verhelderd. Roger en Roksana ontsteken een offervuur en de Herder verschijnt nu in zijn ware gedaante, als de god Dionysus. Al zijn volgelingen raken in extase en gaan de god achterna. Edrisi beseft dat de droom nu voorbij is. Roger is getuige van de opkomende zon.
lied van Roxana, gezongen door Olga Pasichnyk, uit Krol Roger van Szymanowski