Componist: Maurice Ravel
Première: 19-05-1911 te Parijs
Als de horlogemaker Torquemada van huis is om de stadsklokken gelijk te zetten, doet de ene minnaar na de ander zijn intrede. Maar de een weet niet van wanten en de ander is te dik. Het is de onnozele maar oersterke en geduldige muilezeldrijver Ramiro die uiteindelijk door de vrouw des huizes tot minnaar wordt verkozen.
Het begrip frivoliteit zou prima als ondertitel van L'heure espagnole kunnen fungeren. Het is een eenakter waarin een getrouwde jongedame binnen drie kwartier opvallend veel mannen verslindt. Maar het geheel speelt dan ook in Spanje, het land van Don Giovanni. Aan het eind van de erotische escapades levert de goede oude Boccaccio van de Decamerone de moraal van het verhaal. Op het gebied van de komische opera's is L'heure espagnole een klasse apart. De dirigent moet een alert oor hebben voor de ingenieus georkestreerde grappen (de automaten in de klokkenwinkel, het verhaal van het horloge van de toreador, het rammelen van de slinger wanneer de grootvaderklok op de gespierde schouder van de muilezeldrijver wordt gehesen). Het werk vergt ook een bezetting die goed raad weet met de verbale nuancen en die goed thuis is in de quasi parlando stijl waar de componist om vraagt.