La fanciulla del West (opera)

Componist: Giacomo Puccini

Première: 10-12-1910 te New York

Korte inhoud

Akte 1
Californië, ten tijde van de goudkoorts. Gouddelvers verzamelen zich in de Polka Saloon van Minnie. Ashby, een agent van de onderneming Wells Fargo, vertelt aan sheriff Jack Rance dat hij de bandiet Ramerrez op het spoor is. Rance en Sonora maken ruzie omdat ze allebei verliefd zijn op Minnie. Zij roept hen tot de orde en begint met de Bijbelles, die ze de gouddelvers regelmatig geeft. Ashby krijgt een brief van Nina Micheltorena, een ex-minnares van Ramerrez: zij weet waar deze zich ophoudt.

Akte 2
Minnie heeft Johnson uitgenodigd in haar hut te komen eten. Als hij daarna wil vertrekken, dwingt een sneeuwstorm hem te blijven slapen. Rance, Ashby en anderen kloppen aan: ze hebben ontdekt dat Johnson in werkelijkheid Ramerrez is. Minnie verstopt hem en stuurt zijn achtervolgers weg. Ze is woedend omdat de bedrieger haar gekust heeft. Johnson gaat weg maar keert al snel terug, gewond door een schot. Vlak voordat Rance het huis komt doorzoeken, weet Minnie Johnson op de zolder te verbergen. Net als de sheriff wil gaan, valt er door het plafond een druppel bloed op zijn hand; hij beveelt Johnson naar beneden te komen. Minnie daagt Rance uit voor een partijtje poker: als hij wint, zal ze met de sheriff trouwen en is de bandiet ten dode opgeschreven, in het andere geval is Johnson de hare. Tijdens het spelen doet Minnie alsof ze flauwvalt en verwisselt haar kaarten zodat zij wint.


Akte 3
Sonora en zijn vrienden hebben Johnson toch gevangengenomen; hij zal worden opgehangen. Johnson heeft een laatste wens: Minnie moet denken dat hij ver weg is, en zijn leven heeft gebeterd. Vlak voor zijn executie komt Minnie voor zijn leven pleiten. Als Rance hier niet op ingaat, trekt ze haar pistool en dreigt Johnson en zichzelf te doden als ze haar zin niet krijgt. Hierover zijn de mannen verdeeld, maar Sonora's standpunt geeft de doorslag: Minnie en Johnson zijn vrij om te gaan.

Toelichting

Puccini, die altijd een zwak had voor de nieuwste technische snufjes, werd ook zeer gefascineerd door de ‘nieuwe wereld’ en alle vernieuwingsmogelijkheden die deze hem zou kunnen bieden. Het lag dan ook voor de hand dat hij ooit een opera op Amerikaans grondgebied zou situeren. Alle vernieuwingsdrang ten spijt wordt in de eerste ‘wildwest-opera’ niettemin de aloude driehoeksverhouding ten tonele gevoerd van één vrouw tussen twee mannen: de één een charismatische misdadiger en de ander een corrupte hoeder van de wet. In een reeks genrescènes schetst de componist een contrastrijk beeld vol uiterlijke hardheid en emotionele diepgang, waarbij de zangstijl overwegend declamatorisch is. Met de redding van de gangster door een vrouw die zich weliswaar in een mannenwereld staande houdt maar vooralsnog ongekust is, en hun gezamenlijke weg naar de vrijheid besluit de opera welhaast als een onvervalste Hollywoodfilm: het happy end betekent de definitieve vlucht in de illusie.

Rollen in dit werk
  • Minnie (sopraan)
  • Jack Rance (bariton)
  • Dick Johnson (tenor)