Componist: Gioachino Antonio Rossini
Librettist:
Luigi Balocchi
Première: 09-10-1826 te Parijs
De Griekse stad Korinthe wordt belegerd door de Turken onder leiding van sultan Maometto. De Grieken besluiten onder aanvoering van gouverneur Cléomene de strijd tot het bittere einde te voeren. Onderwijl vraagt de jonge officier Néocle om de hand van Pamira, de dochter van Cléomene. Pamira weigert, zij houdt van de vijandelijke soldaat Almanzor.
Korinthe valt en Pamira ontdekt dat Almanzor in werkelijkheid Maometto is die uit liefde voor haar bereid is de stad te sparen. Cléomene vervloekt zijn dochter.
Terwijl Pamira zich op haar huwelijk voorbereidt, meldt Néocle haar dat Korinthe in opstand is gekomen. Parira twijfelt maar laat haar plicht uiteindelijk boven de liefde prevaleren en gaat terug naar Korinthe. De stad valt alsnog maar Cléomene schenkt zijn dochter vergiffenis; Pamira belooft Néocle trouw te blijven. Als Maometto haar gevangen wil nemen, steekt zij een dolk in haar hart.
Rossini herschreef zijn opera Maometto over de Turkse bezetting van de Venetiaanse kolonie Negroponte in 1470 voor het Franse publiek. Hij behield de verhaallijn - het beleg door de Turkse sultan Maometto en diens hopeloze liefde voor de dochter van gouverneur van de belegerde stad - maar bij wijze van herdenking aan de brute verwoesting van de vesting Missolonghi door de Turkse troepen tijdens de Griekse Onafhankelijkheidsstrijd in de jaren '20 van de 19e eeuw verplaatste Rossini het geheel naar de Griekse stad Korinthe.
Hij schreef nieuwe muziek voor de opera en voegde er twee balletten aan toe, geheel naar Franse traditie en smaak. Met de keuze voor een historisch onderwerp en het tragische slot van de opera maakte Rossini de tijd rijp voor de zogenaamde 'grand opera' die het Franse operatoneel in de 19e eeuw verder zou beheersen.