Lieder eines fahrenden Gesellen (liedcyclus)

Componist: Gustav Mahler

Librettist: Gustav Mahler

Première: 16-03-1896 te Berlijn

Korte inhoud

• Wenn mein Schatz Hochzeit macht
• Ging heut' morgen übers Feld
• Ich hab' ein glühend Messer
• Die zwei blauen Augen von meinem Schatz

Toelichting

Een onbeantwoorde liefde was Mahlers inspiratiebron voor de vierdelige liedcyclus Lieder eines fahrenden Gesellen, waarvoor Mahler ook grotendeels zelf de gedichten schreef. De cyclus ontstond in de jaren 1884-1885 voor zangstem en piano. Pas een decennium later orkestreerde Mahler de liederen. De partituur is buitengewoon geraffineerd, met minutieuze aanwijzingen voor dynamiek en tempo en een verfijnde orkestratie.

Met zijn rusteloze wandelaar in de natuur begeeft Mahler zich op het pad van het 'Wanderlied' waarmee Schubert met diens Winterreise ruim een halve eeuw eerder de toon had gezet.

De protaganist in Lieder eines fahrende Gesellen treurt over een onbeantwoorde liefde - zijn geliefde trouwt met een ander - maar vindt troost in de natuur (Wenn mein Schatz Hochzeit macht). Hij realiseert zich dat hoe mooi de dauw ook op de velden ligt, zijn eigen vreugde niet meer zal bloeien (Ging heut' morgen übers Feld). Het derde lied in de cyclus is de meest rauwe van het geheel, en zeker in de orkestversie is de expolosie van woedend verdriet overdonderend (Ich hab' ein glühend Messer). De cyclus eindigt met een ingetogen treurmars (Die zwei blauen Augen von meinem Schatz) waarbij de protagonist rust vindt onder een lindeboom, een duidelijke verwijzing naar de protagonist uit Winterreise.