Componist: Richard Wagner
Librettist:
Richard Wagner
Première: 26-07-1882 te Bayreuth
Er heerst crisis op de graalburcht Montsalvat. Koning Amfortas is gewond geraakt door zijn eigen heilige speer. Door zijn verwonding is Amfortas niet meer in staat op de burcht de dagelijkse graalceremonie uit te voeren. Verstoken van de verkwikkende energie van de ceremonie zijn de graalridders futloos en het land en het vee onvruchtbaar. Er is maar één man die ze kan helpen en dat is natuurlijk Parsifal. Hij is de enige
“reine dwaas”, die zijn kinderlijke onschuld nog niet heeft verloren. Daardoor kan hij Klingsors bloemenmeisjes weerstaan en de heilige speer terughalen. Na een zware periode van beproeving, waarin Parsifal zijn bezieling kan bewaren en niet ten prooi valt aan de verlangens van hoofd en hart, keert hij gelouterd terug naar de graalburcht. Nu is de onbewuste reine dwaas een bewust authentiek mens geworden. Hij geneest Amfortas met de heilige speer, wordt zelf de nieuwe koning en herstelt de graalceremonie in ere. Daarna bloeien de ridders en de natuur weer op als vanouds (in het paradijs).
Parsifal is de laatste opera van Wagner. Wagner werkte aan deze opera van 1877 tot 1882, hoewel hij het idee ervoor al veel langer had. Wagner - die altijd zijn eigen libretti schreef - baseerde zich op het middeleeuwse verhaal Parzifal van Wolfram van Eschenbach. Hij voegde aan het verhaal een haast christelijk mystieke verlossing toe. Parsifal kan pas de heilbrenger van de verlossing worden als hij door de ervaring van de zonde een bepaalde staat van vroomheid heeft bereikt, en als hij de liefde in haar zuiverste vorm heeft gevonden: de liefde die is ontdaan van egoïsme en hartstocht.
Het motief van verlossing dat in al het werk van Wagner een rol speelt, bereikt in Parsifal een hoogtepunt.
Karfreitagszauber uit Parsifal (met. o.a. Kurt Moll)