Componist: Sergei Prokofjev
Première: 23-06-1940 te Moskou
Semyon Kotko keert na de Eerste Wereldoorlog terug naar zijn geboortedorp in de Oekraïne. Daar is na de revolutie alles anders geworden. Het land en vee worden volgens de nieuwe beginselen verdeeld en gesterkt door zijn plotselinge rijkdom vraagt Semyon aan grootgrondbezitter Tatsjenko om de hand van zijn dochter, Sonja, het meisje van wie hij houdt.
Bij de inval door de Duitsers laat Tatsjenko het huis van Semyon Kotko in brand steken in de hoop het voorgenomen huwelijk zo te kunnen verijdelen. Semyon weet te ontkomen en sluit zich aan bij de verzetsstrijders om zijn land te bevrijden. Hij keert juist op tijd terug om het huwelijk van Sonja met de rijke Klembovski te kunnen verhinderen.
Ook onder een propagandistisch verhaal als Semyon Kotko wist Prokofjev zijn eigen stijl van muziek te behouden. Met een keur aan melodieën uit de Russiche volksmuziek schilderde Prokofjev het vredige, kalme leven in een Oekraïens dorp. De gevolgen van het (oorlogs)geweld verstoren deze idylle voortdurend.
De opera ging in 1940 in première, een periode waarin het verhaal achter het verhaal belangrijker was dan de opera zelf. Men keek vooral naar het belang van de "Sovjet Opera" en de muziek van Prokofjev werd totaal genegeerd. De opera had echter grote indruk gemaakt op de pianist Sviatoslav Richter, die zich later herinnerde: "De première van de opera was een belangwekkend moment in mijn leven... Die avond, toen ik voor het eerst Semyon Kotko hoorde, begreep ik dat Prokofjev een groot componist was".