Componist: Gustav Mahler
Première: 25-11-1901 te München
Wat kon Mahler na zijn titanische Eerste Symfonie, de heroïsche Tweede Symfonie en de kosmische, letterlijk ‘allesomvattende’ Derde Symfonie nog schrijven? Mahler wist het wel, maar het publiek was in eerste instantie niet overtuigd. Maar wat had het moeten verwachten? Mahler wist dat er na groot, groter, grootst niets kon volgen. Hij koos ervoor een heel andere weg in te slaan.
Mahlers Vierde Symfonie is dus heel anders van aard dan zijn eerste symfonieën, het is zijn meest optimistische en intieme symfonie. De basis voor deze symfonie is het gedicht 'Das himmlische Leben', een gedicht uit de Wunderhorn-verzameling dat Mahler al in 1892 op muziek had gezet. Pas in de zomers van 1899 en 1900 kwam hij tot de sinfoniale verwerking ervan. 'Das himmlische Leben' is het sluitstuk van de symfonie. Zelden of nooit klonk muziek zo onaards, immaterieel als in dit lied, en dit slotdeel. Mahler zelf zei hierover: 'Wanneer de mens, vol van de wonders die hij heeft mogen zien, vraagt wat dit alles te betekenen heeft, antwoordt het kind hem met het vierde deel, Das himmlische Leben'.
Laatste deel van de Vierde Symfonie van Mahler met Aksel Rykkvin als sopraan.