Wesendonck-Lieder (kamermuziek)

Componist: Richard Wagner

Librettist: Mathilde Wesendonck

Première: 1858 te Zürich

Korte inhoud

Vijf gedichten voor een vrouwenstem
- Der Engel
- Stehe still!
- Im Treibhaus
- Schmerzen
- Träume

Toelichting

De Wesendonck-Lieder van Richard Wagner zijn een hommage aan de liefde in miniatuurvorm. Ze zijn ontstaan in 1857 tijdens zijn ‘Zürcher Asyl’, in dezelfde tijd dus als Tristan und Isolde en net als de opera, geïnspireerd door zijn liefde voor Mathilde Wesendonck.

De liederen vormen de uitdrukking van een van Wagners meest intieme persoonlijke ervaringen. De gedichten zijn geschreven door Mathilde Wesendonck en hoewel Wagner ze als “dilettantenpoëzie” bestempelde, zijn de gedichten doordrongen van de liefdesethos van Tristan und Isolde: de liefde is niet bereikbaar in dit aardse bestaan maar pas over de dood heen. In die andere wereld staat niets de absolute liefde tussen man en vrouw nog in de weg.

'Träume' en 'Im Treibhaus' schreef Wagner als studies voor Tristan und Isolde. De korte liederen evoceren een inhoud die hun compactheid ver te buiten gaat. De muzikale vorm die Wagner hanteert, is zo nieuw in vergelijking met de traditie van het liedrepertoire van Schumann of Schubert, dat Wagner hier de weg voor Hugo Wolf en latere liedcomponisten voorbereidde. Zwevende harmonieën klinken als visioenen, waarin berusting, meditatie en rusteloze pijn elkaar afwisselen. De pijnlijke verlatenheid van 'Schmerzen' mondt uiteindelijk uit in de vervulling van een nachtelijk wonderlijk rijk in 'Träume'.