Op zondag 12 april hadden we tijdens onze reis naar Leipzig naar twee totaal verschillende uitvoeringen kunnen gaan. Een deel van de groep zou naar het Kamerorkest van Hamburg gaan met werken van Vivaldi, Mozart, Dvorák en Brahms en een ander deel van de groep zou een voorstelling van het Leipziger Ballett met als choreograaf Mario Schröder bezoeken.
Het is niet de eerste keer dat ik het Leipziger Ballett in actie heb gezien. Ze maken indrukwekkende voorstellingen. Mario Schröder maakte in 2013 een ballet op muziek van onder meer Udo Zimmermann (het celloconcert Lieder von einer Insel). Van Udo Zimmermann zullen misschien weinig van u de muziek kennen. Ik geef u alvast een heel klein fragmentje uit zijn celloconcert.
Een duizendpoot deze Udo Zimmermann, hij werd geboren in 1943, begon als koorknaap en ontwikkelde zich tot componist, musicoloog, operaregisseur en was lange tijd intendant van de opera in Leipzig en later van de opera in Berlijn. Met de presentatie van Busoni’s Doktor Faust in een regie van Willy Decker kreeg hij internationale aandacht.
Cello, het mooiste strijkinstrument
Maar terug naar Zimmermann als componist. Alhoewel zijn muziek niet altijd even toegankelijk is zitten in dit celloconcert prachtige momenten die Schröder gebruikt heeft voor zijn ballet. Zimmermann schreef het stuk voor de cellist Jan Vogler, zelf zegt hij daarover: ‘voor mij is de cello de mooiste van de strijkinstrumenten, ongelooflijk rijk aan uitdrukkingsmogelijkheden en Jan Voglers manier van spelen komt helemaal overeen met mijn compositorische intenties.’
Voor dit celloconcert liet Zimmermann zich leiden door teksten van Ingeborg Bachmann (de titel van het celloconcert is afgeleid van haar Lieder von der Insel), Else Lasker-Schülers (Versöhnung), een citaat uit Hyperions Schicksalslied van Hölderlin, een citaat uit het werk van Franciscus van Assisi en Heinrich Heines Ich hab im Traum geweinet waarvan Schumanns zetting min of meer wordt geciteerd aan het begin van het celloconcert.
Voor het tweede deel van de avond koos Schröder voor de muziek van de Poolse componist Górecki. Ik moet u eerlijk bekennen dat ik nog nooit van Górecki had gehoord en ben naar zijn muziek gaan luisteren. Zijn vroege werk is nog serieel, later wordt het steeds eenvoudiger met veel herhalingen. Bij zijn vocale muziek is hij duidelijk geïnspireerd door de volksmuziek en de traditionele kerkmuziek.
Nee, moeder, huil niet
Maar deze Derde Symfonie is weer herkenbare muziek. Je zou het een modern-klassiek treurstuk kunnen noemen. Gorécki gebruikte drie teksten, voor het eerste deel een lamentatie uit de 15e-eeuw waarin de maagd Maria haar stervende zoon toespreekt; in het tweede deel een tekst die is teruggevonden op de muur van een Gestapo-cel in Zakopane; en voor het derde deel een volkswijsje dat gezongen werd tijdens de Silezische opstanden van 1919-1921. Alle drie gaan over de verscheurde band tussen moeder en kind.
Górecki schreef zijn Derde Symfonie – ook wel Symfonie van treurliederen genoemd – in 1977, maar pas bij een opname uit 1992 met sopraan Dawn Upshaw kreeg deze symfonie bekendheid. Een intrigerend stuk, meteen al met de inzet van de bassen waarna zich dan een groot Lamento ontwikkelt dat 54 minuten duurt. Waarom het pas in 1992 echt aansloeg weten we eigenlijk niet, het zou kunnen zijn omdat men het luisteren naar ingewikkelde twaalftoonsmuziek zat was. Wij als musici noemden het altijd ‘piep knor muziek’, we hebben het als zangers veel uit moeten voeren. Dat was bloedig studeren en dan toch soms maar 70% van de noten raken, met andere woorden: onuitvoerbaar.
Freiheit, Trauer, Verlust & Hoffnung
Tot slot een trailer van het Leipziger Ballett waarin u de choreograaf Mario Schröder en een danser aan het woord hoort. Onvrijheid en opgesloten zitten is het thema van deze avond. Daarbij vergeleken is deze Coranacrisis nog gemakkelijk te dragen.