Het weerzien met een oude bekende

door Remco Roovers – 28 maart 2019

De laatste weken kruist Gustav Mahler regelmatig mijn pad. Het voelt bijna alsof ik een oude bekende weer eens mag begroeten na een langere tijd van afwezigheid. Voor Het Concertgebouwfonds organiseert MUSICO Reizen twee reizen naar Boston/New York en naar Stockholm. In beide reizen is de muzikale spil een symfonie van Mahler. In New York horen we de Zesde Symfonie met de New York Philharmonic onder leiding van Jaap van Zweden. In het Konserthuset in Stockholm spelen de Kungliga Filharmonikerna onder leiding van Sakari Oramo de monumentale Zevende Symfonie.

In mijn puberteit speelde Mahler een belangrijke rol. Zo was mijn eerste zelf gekochte CD een uitvoering van Mahlers Vierde Symfonie (met sopraan Edith Mathis en gedirigeerd door Herbert von Karajan). Met de Tweede Symfonie voelde ik me sterk verbonden, kon ik dwepen en tevens mijn dirigeerslag verbeteren. Natuurlijk zou ik later als ik groot was, dit stuk bij het Koninklijk Concertgebouworkest dirigeren! Maar voordat het zover was, moest ik eerst nog veel studeren. En studeren betekent vaak ook afleren. En tijdens mijn studie Muziekwetenschap heb ik Mahler afgeleerd. Er werd altijd met enig dedain over hem gesproken: te eclectisch, te autobiografisch, te dilettantisch, teveel ego. Ik stapte over op de smaak van het academische: Richard Wagner was veilig, Richard Strauss kon ook nog wel, maar Mahler, dat mocht van mezelf even niet meer.

Tijdens het zingende deel van mijn leven hield ik Wagner ook lang buiten de deur. Op de vele liedrecitals die ik gegeven heb, stond nooit iets van hem. Ik had er gewoon geen behoefte aan. Toen ik deel uitmaakte van het Groot Omroepkoor, was het paradepaardje vaak de koorbijdrage aan Mahlers Tweede Symfonie. Met 100 man konden we muisstil zingen en droegen we bij aan de verpletterende indruk die het stuk vaak bij de luisteraars had. Ergens trilde nog wel de herinnering na die ik met het stuk in mijn jeugd had, maar tijdens de uitvoeringen was ik met name bezig te overleven. Mahler had die 10 minuten voor het koor zo onhandig geschreven dat als je niet oppaste, je zonder stem van het podium afstapte.

Gustav Mahler
Gustav Mahler

En nu, 35 jaar na mijn eerste CD, 15 jaar naar mijn laatste optreden in Mahlers Tweede, kom ik weer oog in oog met de Gustav Mahler. Het mooie is dat hier steeds stukken betreft die ik wat minder goed ken van hem, de latere werken dus. Ik kan ze met een frisse blik benaderen en ik word ook niet langer bezwaard door het academische ideaal. Ja, ouder worden heeft zo zijn voordelen.

Toen ik aangekondigd zag dat het Nederlands Blazers Ensemble (liefkozend: De Blazers) een versie van Das Lied von der Erde tijdens een tournee speelde, wist ik dat ik erbij moest zijn. Bovendien zongen twee studiegenoten van me de solopartijen. Ik hoorde het concert op woensdag 27 maart 2019 in TivoliVredenburg. Niet in de grote zaal, maar in de kleinere Hertz-zaal. Dat leek een mooi uitgangspunt, het stuk was voor dit ensemble immers bewerkt voor 15 musici door saxofonist/componist Willem van Merwijk. Er werd vooraf beloofd dat alle noten van Mahler zouden klinken!

Componeren in een schamele vakantiewoning

Om die gedachten kracht bij te zetten is besloten om achter het ensemble het handschrift van de partituur te projecteren. Een beslissing die enige durf vereist. Het moderne concertpubliek wordt tegenwoordig vaak benaderd met louter anekdotische informatie over de componist en de ontstaansgeschiedenis van een stuk. Zelden wordt er in een inleiding in detail gesproken over thematiek, harmonie, vormprincipes. Ik snap dat wel, praten over muziek kan heel snel een theoretische kant opgaan, en luisteraars het gevoel geven dat je er heel veel van moet weten om het mooi te vinden. Aan de andere kant is het steeds maar wijzen op de autobiografische elementen in Mahlers composities ook van beperkte waarde; wat voegt de kennis toe dat Mahler zijn symfonieën uitsluitend in de zomer schreef in een schamele vakantiewoning?

Abstracte kunstwerkjes

Hoboïst Bart Schneeman nam vooraf de angst voor de geen noten-lezende luisteraar weg. “Beschouw dia’s maar als kleine abstracte kunstwerkjes.” Hij legde kort uit hoe een partituur is opgebouwd en kwam tot een eenvoudige conclusie: “Hoe meer zwarte bolletjes, des te meer gedoe bij ons!”

Nederlands Blazersensemble met Das Lied van der Erde
Nederlands Blazersensemble met Das Lied van der Erde

En er was best een hoop gedoe. De zes liederen waaruit Das Lied von der Erde bestaat, vormen in zijn geheel een transitie van het tijdelijke naar het eeuwige, van leven naar dood, van kabaal naar verstilling. De luidruchtige gedeeltes in de eerste helft van het stuk hadden te lijden onder het gemis van de diffuse klank van een strijkersgroep. Blaasinstrumenten moeten het hebben van een veel kernachtiger geluid dan strijkinstrumenten. Je zou verwachten dat een ensemble van 15 musici (waaronder 2 percussionisten en een harp) substantieel minder decibellen op zou leveren dan een 100-koppig symfonieorkest. In de kamermuziekzaal Hertz bleek die berekening niet zo eenvoudig op te gaan. Zowel Marcel Reijans (tenor) als Christianne Stotijn (alt) hadden op sommige momenten moeite om door het ensemble heen gehoord te worden. Misschien speelde ook het gebrek aan een dirigent hierbij parten. Gelukkig werd dit ruimschoots goed gemaakt in de meer rustige delen. Zo bleek Marcel Reijans naast zijn soms helden-tenorachtige kwaliteiten nog steeds fraaie lyrische momenten op te kunnen roepen in het lied Von der Jugend. Christianne Stotijn wist een onaardse atmosfeer op te roepen in het laatste (en veruit langste) lied Der Abschied. Haar als een mantra herhaalde woorden (Ewig…ewig…) leken in het niets uit te monden. We hingen ademloos aan haar lippen.