Als muziekreisorganisatie die een serieus overzicht wil bieden wat er te beleven is in de huidige klassieke muziekindustrie, maar die tevens reizigers een aangename tijd wil geven, bevind je je soms in een moeilijke spagaat. Soms zijn voorstellingen op papier interessant door de medewerking van een aantal bijzondere zangers, regisseur, dirigent etc. Soms is de titel op zichzelf al een unicum. De reservering voor zo’n voorstelling moet echter geschieden ruim voordat de voorstelling wordt gemaakt, en je doet dat dus eigenlijk op basis van vertrouwen en je ‘gut-feeling’. Zo ook met de eendaagse reis naar Wagners Lohengrin in het Theater Dortmund op zondag 8 december 2019.
Even benauwd
Afgelopen weekend kreeg ik het toch even benauwd tijdens mijn voorbereiding van deze reis. Uiteraard prepareerde ik me door me te verdiepen in Wagners werk, maar ik zocht ook verschillende recensies op. De voorstelling was een week te voren in première gegaan (30 november) en inmiddels stond het internet vol met allerlei recensies. Opvallend was dat er heel veel negatieve beoordelingen bij stonden. Tevens werd er vermelding gemaakt van het feit dat bij het slotapplaus na de eerste akte het boegeroep al niet van de lucht was. ‘Wat doe ik onze reizigers aan’, dacht ik.
Goede voorbereiding
Het enige wat je in zo’n geval kunt doen, is je nog beter voorbereiden. Dat geldt voor mijzelf, maar dat geldt ook voor de geïnteresseerde reizigers die met ons op reis gaan. Hoe meer we met zijn allen weten waar het stuk overgaat, wat de bijzondere kenmerken zijn, wat de ontstaans- en opvoeringsgeschiedenis is, en meer van dit soort zaken, des te meer we elke voorstelling aankunnen. Hoe modern ook! Dat deze houding opnieuw de juiste bleek, daar kwam ik na afloop van de voorstelling weer achter. Vrijwel iedereen was enthousiast over de voorstelling. We werden dan ook niet gehinderd door premièrepubliek, dat vaak al te rumoerig hun mening aan andere toeschouwers wil opdringen.
‘De zwaan is geen taxi’
De opera Lohengrin wordt in Dortmund geregisseerd door Ingo Kerkhof. Kerkhof probeert het stuk van allerlei sprookjesachtige elementen te ontdoen. Wie dus op zoek gaat naar een zwaan, komt bedrogen uit. De zwaan moet, volgens Kerkhof, ontstaan in het hoofd van de toeschouwer door de muziek en de verbeeldingskracht, niet door een fysieke verschijning op het toneel: ‘de zwaan is geen taxi’ (hierbij refererend aan de anekdote van de tenor Leo Slezak die ooit tijdens een repetitie te laat was voor de zwaan, zodat deze zonder de ridder vertrok. Vertwijfeld riep Slezak: ‘Wann geht der nächste Schwan’). Eerlijk gezegd denk ik toch dat het voor vrijwel iedereen ietwat een deceptie is om zo’n iconisch moment als de opkomst van Lohengrin, in een bootje voorgetrokken door een zwaan, te moeten missen. Maar goed, wij als MUSICO-reizigers waren voorbereid en vertrokken geen spier.
Lohengrin als Kammerspiel
Geen zwaan dus. Maar ook aan niets anders was te merken dat Lohengrin uit ander hout is gesneden dan de overige personages op het toneel. Dit verraadde eigenlijk dat we de voorstelling op een veel lager, intermenselijker niveau moesten interpreteren. Het Duits heeft hier een mooie term voor: Kammerspiel.
Wie gevoelig was voor die symboliek, kreeg een voorstelling te zien met een dubbele laag. Het werd uiterst subtiel en soms misschien wel te subtiel aangeduid. Wie er niet gevoelig voor was, kreeg een nogal statische voorstelling te zien, waarin alle ruimte werd gelaten voor de glorie van de muziek.
Enige houvast
De weinige houvast die we als toeschouwers kregen, kwam door middel van een klein filmpje dat werd geprojecteerd op het doek. We zagen een jong meisje (ongetwijfeld Elsa) met een jonger jongetje. Je denkt in eerste instantie aan Gottfried, haar broertje dat onder vreemde omstandigheden is verdwenen. Maar de gelijkenis met Lohengrin dringt zich ook op. De personen op het filmpje worden steeds ouder, en plots lijkt de blonde krullenbol (Gottfried/Lohengrin) zijn plaats te hebben ingeruild voor Friedrich von Telramund. Heel kort. Wie even te lang met ogen knipperde, heeft het gemist. Het filmpje laat een vreemde actie zien: de jongen en het meisje eten soep en scheppen bord na bord op. Plotseling schept het jongetje een badmintonshuttle op uit de soep. De veren moeten natuurlijk een verwijzing vormen naar de zwaan, maar erg veel houvast geeft het ons niet.
Geperverteerde Telramund
De figuur Friedrich von Telramund is een vreemde figuur in deze enscenering. Normaal al niet echt een lieverdje, maar hier ook nog eens geperverteerd. Hij kijkt wel erg innig naar het jonge meisje Elsa. Ook met zijn eigen vrouw Ortrud is seks aan de orde van de dag. Meerdere malen wordt hun duet in de tweede akte gelardeerd met nogal expliciete seksuele handelingen. Wij als MUSICO-reizigers waren goed voorbereid en vertrokken geen spier!
Elsa’s nachtmerrie
Steeds meer ontstaat het beeld dat Elsa een droom beleeft. Of beter gezegd, een nachtmerrie. Steeds opnieuw ondergaat ze fysieke of mentale dwang door de personen om haar heen. Van de één moet ze zus, van de ander zo. En van Lohengrin mag ze vooral een aantal dingen niet, waaronder het vragen naar zijn ware aard en naam. Blijkbaar omdat die ware aard niet echt om over naar huis te schrijven is. Ik kan het helemaal mis hebben, maar een incestueus verleden van Elsa kwam steeds meer in mijn gedachten naar boven. Een verleden waar ze mee wil afrekenen. Dat doet ze helemaal aan het einde, als ze ter apotheose alle protagonisten in haar slaapkamertje ontvangt. Dan is het niet Lohengrin die het gezelschap verlaat (zoals in het origineel), maar is het Elsa zij die de kamer uitstapt en dit donkere verleden achter zich kan laten.
Sublieme muzikale vertolking
Niet een geringe afwijking van de romantische opera die Wagner zelf voor ogen stond. Maar zoals gezegd, als je er geen trek in had, hoefde je ook niet zo diep mee te gaan in deze voorstelling. Wie dit niet deed, werd nog steeds gefêteerd met een sublieme muzikale vertolking van dit werk. De twee hoofdrolspelers (Christina Nilsson als Elsa en Daniel Behle als Lohengrin) benadrukten met name de jeugdigheid van hun karakters. Beiden beschikken over extreem lyrische stemmen en kwamen daardoor nergens in de verleiding om te forceren. Wagner klonk voor hen als een weldaad voor de stem, niet als een martelgang!
Sterke bezetting
Tegenover hen stonden de donkere karakters van Friedrich von Telramund (gezongen door Joachim Goltz) en Ortrud (wier naam ik helaas schuldig moet blijven, ze viel op het allerlaatste moment in voor Stéphanie Müther). Deze zanger verleenden hun rollen veel venijn, maar gingen ook nergens vocaal over de schreef. Aangevuld met bas Shavleg Armasi (König Heinrich) en Morgan Moody (Heerrufer) kunnen we concluderen dat we een zeer sterke bezetting konden beluisteren.
Dirigent Gabriel Feltz leidde de Dortmunder Philharmonikern met veel verve en met de juiste energie door de lastige partituur. Een groot compliment dient ook gemaakt te worden aan het koor. In deze enscenering zingen ze vrijwel alles vanaf het balkon en zijn dus niet zichtbaar. Het klankeffect dat daardoor ontstaat is echter fenomenaal, en dat kan alleen maar zo tot zijn recht komen omdat het koor uiterst klankzuiver en gedisciplineerd zong.