Bekijk al onze blogs

donderdag 24 oktober 2019

Viktor Ullmann: opera in het zicht van de dood

Er is muziek die niet alleen bijzonder is door de objectieve kwaliteit ervan, maar ook door de ontstaansomstandigheden van die muziek. Een goed voorbeeld is de korte opera Der Kaiser von Atlantis van de Tsjechische componist Viktor Ullmann. Hij schreef het werk in 1943, als gevangene in het concentratiekamp Theresienstadt (Terezín).

Portret van componist Viktor Ullman (1924)
Portret van componist Viktor Ullman (1924)

Viktor Ullmann (1898-1944)

Viktor Ullmann werd geboren in een deel van de streek Silezië die toen onderdeel vormde van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije. Hij studeerde muziek in Wenen – onder anderen bij Arnold Schönberg – en Praag. Hij ontwikkelde een herkenbare eigen stijl, maar gaf de muziek ook tijdelijk op om als boekhandelaar in Stuttgart te werken nadat hij de antroposofie van Rudolf Steiner had ontdekt. In 1933 ontvluchtte hij Duitsland en keerde terug naar Praag. Vanuit die stad werd hij in 1942 naar het concentratiekamp Theresienstadt gedeporteerd.

Theresienstadt

Theresienstadt werd door het nazi-regime gebruikt als modelkamp. Het kamp diende als een macabere façade om aan de buitenwereld te laten zien dat het met de vermeende verschrikkingen van de concentratiekampen wel meeviel. Het was de geïnterneerden van Theresienstadt dan ook geoorloofd enkele ‘normale’ activiteiten te ontplooien, waaronder het componeren en uitvoeren van muziek. Ook Ullmann componeerde een aanzienlijke hoeveelheid muziek in het kamp, waaronder Der Kaiser von Atlantis.

De tirannieke keizer (Foto: Theater an der Wien)
De tirannieke keizer Overall (Foto: Herwig Prammer/Theater an der Wien)

Verhaal

Het verhaal van Der Kaiser von Atlantis is tegelijk simpel én complex. Overall, de Keizer van Atlantis die niemand ooit ziet maar wel ieders leven bepaalt, kondigt via luidsprekers de oorlog van allen tegen allen af. Als de Dood hoort hoe de Keizer zich op zijn werkterrein begeeft, besluit hij in staking te gaan. Niemand kan meer sterven. Twee soldaten gaan het gevecht aan, en in de strijd ontpopt een soldaat zich als meisje. Omdat geen van tweeën dood kan gaan, geven zij zich in plaats van aan de strijd over aan de liefde.

Het leven raakt totaal ontregeld doordat het niet meer mogelijk is te sterven. De Keizer wil koste wat kost zijn totale oorlog uitvechten, en een opstand dreigt. De Dood biedt de Keizer aan zijn taken weer uit te gaan voeren, onder één voorwaarde: de Keizer zal zelf zijn eerste slachtoffer zijn. De Keizer accepteert dit. En de opera besluit met een koraal: de grote naam van de Dood mag nooit ijdel gebruikt worden. 

Twee soldaten worden verliefd (Foto: Herwig Prammer/Theater an der Wien)
Twee soldaten worden verliefd (Foto: Herwig Prammer/Theater an der Wien)

Gelaagde boodschap

Het is niet moeilijk om de opera te duiden in de context van het concentratiekamp, als een parabel op het Duitsland van 1943. Atlantis wordt zo een vergelijking met het Duitse Rijk. In de figuur van de megalomane Keizer is met niet al te veel moeite Hitler te herkennen, die zonder stil te staan bij de gevolgen de totale oorlog afkondigt. Dat de Dood hiertegen in verzet komt, kun je zien als een vorm van artistiek protest van Ullmann en zijn librettist Wien tegen het regime en de ontmenselijkte, mechanische vorm van oorlogsvoering.

Maar de opera kan ook los van die verwijzingen begrepen worden, als een verhaal met personages die functioneren als symbolen. In zo’n lezing borrelen vooral de de meer filosofische vragen van het werk op, over de oppositie tussen natuur en cultuur (de ‘natuurlijke’ Dood en de mechanische totale oorlog van de Keizer) en de manier waarop macht werkt – de Keizer die ongezien en rücksichtlos bepaalt over leven en dood. De Dood wordt hier iets troostends: iets wat ook wedergeboorte en vervolmaking met zich meebrengt. 

De Dood confronteert de Keizer (Foto: Herwig Prammer/Theater an der Wien)
De Dood confronteert de Keizer (Foto: Herwig Prammer/Theater an der Wien)

Vele stijlen

De opera werd gecomponeerd voor een in het kamp aanwezig kamerensemble, met de nodige bijzondere instrumenten als een banjo en een harmonium. Ullmann moest het doen met de instrumenten die beschikbaar waren, maar maakte van de nood een deugd. Nergens heb je als publiek het gevoel dat je naar een muzikaal compromis aan het luisteren bent; de componist gebruikt de instrumenten bijzonder effectief. Hij plaatst, mede met zijn instrumentatie, klassieke formele muziek – er zitten onder meer veel barokverwijzingen in de opera – naast contemporaine muziek zoals de foxtrot, de blues en de jazz. De volgens de nazi’s verfoeide ‘negermuziek’ en de verbanden met de meer op het volk gerichte muziek van Kurt Weil zijn duidelijk te horen.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de nazi’s Ullmanns muziek als entartet (ontaard) bestempelden en verboden. Dat woord was weliswaar niet door de nazi’s verzonnen, maar werd door hen wel misbruikt om alle kunst die niet binnen het strakke nationaal-socialistische propagandakader paste, te verketteren en te verbannen uit de openbare ruimte.

De Dood en Harlekijn (Foto: Bundesheer/Gunter Pusch)
De Dood en Harlekijn (Foto: Bundesheer/Gunter Pusch)

Muzikale citaten

Ullmann verwerkte in Der Kaiser von Atlantis daarnaast verschillende muzikale citaten. Zo horen we meteen in de fanfare aan het begin van de opera verwijzingen naar de Asrael-symfonie van Josef Suk. Suk was niet alleen een van de belangrijkste figuren in het Tsjechische muziekleven van begin twintigste eeuw. Ook het onderwerp van zijn symfonie, de Doodsengel, paste natuurlijk prachtig bij Ullmanns opera. In de zang van de Harlekijn zit een citaat uit Mahlers Das Lied von der Erde; net als Ullmann gold Mahlers muziek als entartet en dus verboden.

In de Keizers aankondiging van de totale oorlog is een een verwrongen, en intens treurig klinkende versie van het Deutschlandlied, het Duitse volkslied, te horen. In het slotkoraal van de opera herken je ten slotte de melodie van de Lutherse hymne Ein feste Burg ist unser Gott. Ook dit citaat is meerduidig: niet alleen verwijst het naar de kracht gevende betekenis van het koraal, maar net zo goed naar het misbruik ervan door de nazi’s die in ditzelfde koraal het militaristische aspect benadrukten.

Postume première

De vele verwijzingen en de overduidelijke regimekritische toon van de opera waren ook in 1943 maar al te duidelijk. Na de generale repetitie verboden de kampautoriteiten de première. Toen Ullmann in oktober 1944 naar Auschwitz werd gedeporteerd, zijn dood in de gaskamers tegemoet, gaf hij de partituur, voorzien van vele varianten en correcties, en het libretto (in zowel een handgeschreven als een getypt versie) aan een kampgenoot in Theresienstadt. Hierdoor is de opera bewaard gebleven. Maar Der Kaiser von Atlantis beleefde zijn première pas op 16 december 1975 in het Bellevue-theater in Amsterdam.

Wrang en aangrijpend

Het blijft bijzonder hoe een componist in de verschrikkelijke context van een concentratiekamp de creatieve energie weet te verzamelen om een opera te schrijven waarin naast regimekritiek ook de nodige ironie en zelfs humor doorklinkt. Het in wezen optimistische wereld- en mensbeeld van Ullmann is wonderbaarlijk genoeg nog altijd hoorbaar in zijn opera. Het lot van Viktor Ullmann maakt elke opvoering van Der Kaiser von Atlantis tot een wrange en aangrijpende ervaring, maar ook een ervaring die ons laat zien hoe zelfs in de meest verschrikkelijke omstandigheden muziek en cultuur troost en houvast kunnen bieden.

De bijzondere opera Der Kaiser von Atlantis is te zien en horen tijdens de eendaagse operareis van MUSICO naar Duisburg. Lees hier meer over deze eendaagse operareis op 26 april 2020.

  • Zoek op gerelateerde categorieën:
  • Deel dit artikel met anderen:
Bekijk al onze blogs

Over auteur Benjamin Rous

Benjamin Rous studeerde Mediterrane Archeologie aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in dat vakgebied aan dezelfde universiteit. Hij schrijft toelichtingen en geeft inleidingen voor onder meer de Nationale Opera en de Nederlandse Reisopera.

Alle artikelen van deze auteur